P. Keyzer Tzn deed het bedrijf over in 1910 aan zoon G.J. Keyzer Pzn (1878 - 1955) die de
dienst bleef doen t/m 1917. De gemeente Amsterdam trok op zijn verzoek de vergunning voor
de vaste ligplaats Prins Hendrikkade no. 35 in. Over 1917 betaalde hij aan havengeld in Amster
dam nog 22,355 voor de 83 tons tjalk (zie illustratie 3 en foto 3A). Na overlijden van D. Bruin
Jzn in 1924 zette Wed. D. Bruin het bedrijf voort tot 1927. Haar zoon -2e stuurman bij de Rott.
Lloyd- J.N. Bruin (1899 -1968) gaat dan verder tot de inbreng in de V.T.B. in 1946. Tijdens ziekte
van D. Bruin Jzn alsmede na zijn overlijden werd waargenomen door C. Swarthof en G.J. Keyzer
Pzn (zie illustratie 7).
Ook dient nog vermeld Floris Dekker van het Prins Hendrikhotel in 't Noorden, die op 4 maart
1912 een beurtdienst op Amsterdam begon met de ijzeren schroefstoomboot "Texel", twee maal
per week door het Noordhollands kanaal. De "Texel" kon 30 passagiers vervoeren en de kosten
bedroegen slechts 70 cent per persoon. Hij exploiteerde de dienst slechts korte tijd, want reeds
in 1913 werd het bedrijf weer opgeheven en het schip verkocht naar België.
De Wieringer J. de Wit was al vanaf 1916 met zijn klipper een vrije vrachtvaarder doch begon
in 1922 met zijn zwager Alb. Klein een beurtdienst (passagiers en goederen) van Texel op
Amsterdam met m.s. "Vertrouwen". Zij lieten het m.s. "Vlijt" bouwen. Eind 1929 begin 1930
verkochten zij de beurtdienst met "Vlijt" aan J.C. Bays, die al bij hen in dienst was (zie illustratie
8). Pieter Wuis Simonz (1874 - 1955) brandstoffenhandelaar te Oosterend had ook een zeiltjalk
voorde vrije vaart. Hij liet in 1924 het m.s. "Marsdiep", 102 ton, bouwen en daarmede begon P.
Wuis Zn (zoon Arie Wuis) de beurtdienst op Amsterdam. Samenwerking was er blijkens de
lijst van afvaarten 1924 met "de Wit Klein" (zie illustraties 9, foto's 10, 10a, 11 en 11A).
Vanaf 1930 werd het Arie Wuis Pzn (1906-1992), die net zijn dienstplicht bij de marine had
vervuld met zijn dienstkameraden Jan Koorn Tzn en Jan C. Bays. Jan Koorn Tzn voer nog als
schipper bij Wuis en Jan C. Bays kocht eind 1929/begin 1930 van de Wit en Klein het m.s."Vlijt"
van 115 ton en zo begon de firma Wuis en Bays een beurtdienst op de Zaanstreek en Amster
dam met de "Marsdiep" en de "Vlijt". Later echter voer ieder weer voor eigen rekening tot de
inbreng in de V.T.B. in 1946. (Zie illustraties 12, 13,16 en 18 en foto's 14, 15 en 17.)
De moeilijke crisisjaren noopten mogelijk toen reeds tot samenwerking doch niemand geeft zijn
zelfstandigheid gauw op. Tijdens de oorlogsjaren werden de beurtschippers, op gezag uit Den
Haag, gedwongen tot het combineren van de diensten hetgeen de samenwerking noodzakelijk
maakte. Dit heeft weer geleid tot de oprichting van de v.o.f. "Verenigde Texelse Beurtdiensten"
op 2 Maart 1946 met als firmanten J.N. Bruin met de "Beurtman 1 en 2, A. Wuis met de "Mars
diep", J.C. Bays met de "Vlijt", D. Zuidewind met de "IJstroom". (Zie foto 19 en illustratie 20.)
Vervolgens werden van D. Mets en J.C. Plaatsman de schepen resp.'Texelstroom" en "Texel"
met de nodige vergunningen overgenomen en zo voer de VTB in 1952 met zeven schepen de
volgende beurtvaartdiensten: Texel- Alkmaar- Zaanstreek- Amsterdam; Texel- Haarlem-Delft of
Gouda-Rotterdam; Texel- Alkmaar; Texel- Purmerend en Texel- Leiden, alsmede de volgende
autolijn-diensten: Texel- Amsterdam en Texel- Rotterdam.
De oudere schepen werden alle verkocht doch de V.T.B. liet zelf nog twee nieuwe schepen
bouwen t.w. de "Texel" en de "Frans Balhuyzen". De laatst nog uitgeoefende beurtvaarlijn t.w.
Texel- Rotterdam-Amsterdam was per 1 oktober '70 overgegaan naar E. Bays. Per 1 september
'74 was de v.o.f. "V.T.B." ontbonden en werd het bedrijf als éénmanszaak, onder de handelsnaam
V.T.B., voortgezet door J. Zuidewind, die de zaak per 1 november '77 overdeed aan Beers
Expeditie B.V. te Winkel.
11