tief veel menselijke resten die, op welke wijze dan ook, tussen het nederzettingsafval in kuil terecht zijn gekomen'. Ook beschrijft hij een Midden-Bronstijd graf te Wassenaar op blz. 751: 'Zo liggen alle mannen op hun rug, de oudste met beide benen volledig gestrekt in het midden, de vier andere jonge mannen allen in een heel opmerkelijke pose daarnaast: .zij hebben één been gebogen en de voet daarvan tegen de scheen van het andere, ge strekte been geplaatst. De kinderen liggen op de zij met licht opgetrokken knieën. De vrouw ligt met een zeer jong kind geheel aan de zijkant en -opmerkelijk- op haar buik, evenals een tweede individu aan de andere zijde van de kuil.' Zo zien we dat het begra ven van een kind met licht opgetrokken knie- en zoals in 'De Mars' en in het Midden- Bronstijdgraf van Wassenaar, misschien wel een begrafenisritueel kan zijn. De volwasse nen lagen in Wassenaar gestrekt begraven, zoals zij in het algemeen in de grafheuvels uit de Midden-Bronstijd worden aangetroffen. De kinderen daarentegen met licht opgetrokken knieën. Louwe Kooijmans noemt deze hou ding geen echte hurkhouding maar 'met licht opgetrokken knieën'. Dit geldt in wezen ook voor 'de Mars'. We zouden dit meer de na tuurlijke houding van een kind kunnen noe men. Ook het verschuiven van de onderste ledematen komen we tegen bij IijksiIhouetten; dat bewijst bijvoorbeeld de foto in Verleden Land (Bloemers, Louwe Kooijmans, Sarfatij: 1981) van het lijksilhouet uit het klokbekergraf in Elp. Daar is één van de bovenbenen ter breedte van ongeveer het bekken verschoven. Tenslotte een korte bespreking van de kleur van het silhouet. Tijdens een discussie over het lijksilhouet in EcoMare op Texel merkte de vervangend provinciaal archeoloog de heer S. Jager op dat de kleur van dit silhouet niet de normale kleur vertoonde. De heer Jager liet daarop een aantal dia's zien van IijksiIhouet ten met een meer grijsblauwe kleur. De laatste dia echter was van een lijksilhouet waar al leen het bekken en de benen zichtbaar waren. Het vertoonde dezelfde kleur als het silhouet uit 'De Mars' op Texel met ook aan de randen van de botten die intens diep-bruine kleur t.o. v. het tussenliggende gedeelte. De zo kenmer kende verkleuring van het silhouet in 'De Mars' is kennelijk ook op andere plaatsen aan getroffen. BESPREKING VAN DE BEPALINGEN DIE VERRICHT ZIJN AAN HET SILHOUET EN AAN BODEMMONSTERS HIERVAN A. Lengte- en breedtematen Aan het silhouet waren diverse metingen te verrichten voor wat betreft de lengte en breed te van de verschillende ledematen. Verwacht mag worden dat, wanneer het om een mense lijk silhouet zou gaan, deze verschillende ma ten t.o.v. de lengte van het silhouet in een bepaalde verhouding tot elkaar zullen staan. Uit het medische boek 'Growth references from conception to adulthood' (1988) konden de maten van het dijbeen en scheenbeen ver kregen worden, uitgaande van een persoon met een lengte van 105 cm. Bij een lengte van een kind (9) van 105 cm behoort een gemid delde dijbeenlengte van 23,4 cm en een ge middelde scheenbeen lengte van 19,1 cm. Voor een mannelijk kind zijn deze maten voor het dijbeen 23,5 cm en voor het scheenbeen 19,2 cm. De totale lengte van een been be staat uit de lengte van het dijbeen scheen been de hielhoogte. De lengte van het dij been het scheenbeen van iemand van 105 cm uit het handboek is gemiddeld 43 cm. Bij het silhouet is de totale lengte van het been 47 cm. Om deze waarden met elkaar te mogen vergelijken moet bij de lengte van het dijbeen en het scheenbeen uit dit medi sche boek de hielhoogte worden opgeteld. Het verschil is 4 cm. Deze lengte komt goed overeen met de hielhoogte bij iemand met een lengte van 105 cm. Daar deze maat ook redelijk overeen kwam met de lengte van het been van mijn zoon, die een lengte had van 103 cm, heb ik diverse maten van het silhouet met de maten van mijn zoon vergeleken. In tabel I (op pagina 18) zijn ze naast elkaar gezet. 17

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1995 | | pagina 19