land. In Noord-Nederland zijn ze jonger. Hij
vermeldt ook dat volgens Lanting Mook
(1977, 109, 113-4) de heuvelperiode met een
paalkrans per definitie in het laatste gedeelte
van de Midden-Bronstijd (in het vervolg MBT
B) valt (3250-3000 BP).
De doorsnede van dit type grafheuvel ligt vol
gens Glasbergen (1954) tussen 4.60-14.00
meter. Woltering (1973, 1974, 1975) geeft een
doorsnede van de drie grafheuvels uit 'Noord
west' van ongeveer 12 meter. Uit het gedeelte
van de paalkrans uit 'de Mars' dat nog als zo
danig herkenbaar was, kon het middelpunt
van de grafheuvel worden bepaald en van
hieruit de doorsnede. De berekende doorsne
de van de grafheuvel bedroeg ongeveer 12
meter. De grafheuvels uit 'Noordwest' en die
uit 'de Mars' komen dus qua doorsnede met
elkaar overeen.
B. Graven
Het graf, van 180 cm bij 80 cm, nabij het
middelpunt van de grafheuvel was alleen te
herkennen aan de blauwgrijze verkleuring van
de bodem (fig. 2). Deze verkleuring komt
overeen met de blauwgrijze kleur van het
klokbekergraf bij Molenaarsgraaf, zie dia bij
Teleac-cursus 'Graven naar het Verleden' (van
der Heide, 1972). Tevens is in dit klokbeker
graf het skelet bewaard gebleven. De blauw
grijze verkleuring van de bodem op deze dia
strekt zich rond het skelet uit en heeft min of
meer de vorm van het skelet aangenomen.
Gaan we er vanuit dat de vorm van de blauw
grijze verkleuring in de grafheuvel uit 'de
Mars' net zoals in het klokbekergraf bij Mole
naarsgraaf de vorm van het begraven lichaam
aangeeft dan was de oriëntatie van deze
blauwgrijze verkleuring nagenoeg O/W
(110°). Ook is de blauwgrijze kleur enigszins
te herkennen op de kleurenfoto van het
lakprofiel van het klokbekergraf uit Elp in het
boek 'Verleden Land' (Bloemers, Louwe Kooij-
mans, Sarfatij, 1981). Volgens Lanting (1975)
heeft zich rond 1700 v. Chr. -overgang Neoli-
thicum naar Bronstijd- een richtingsver
andering voorgedaan in het begrafenisritueel
in grafheuvels in het algemeen in N.O.-Neder-
land. Voor 1700 v. Christus werden de men
sen begraven in de O/W richting, na 1700 v.
Chr. in de N/Z richting. Lohof (1991: blz. 203,
204) geeft voor Noordoost Nederland aan dat
ook in het tweede gedeelte van de Midden-
Bronstijd (MBT B) -waartoe ook de dubbele
paalkrans grafheuvels gerekend worden- er
een richtingsverandering in het aantal
NW/ZO-oriëntaties (tussen 115 en 155°) te
constateren is ten koste van N/Z (tussen 335
en 25°) en O/W (tussen 65 en 115°), hoewel
beide laatste in gebruik blijven. Daar we hier
te maken hebben met een dubbele paalkrans
grafheuvel uit het laatste gedeelte van de Mid
den-Bronstijd (MBT B) (Woltering, 1973,
1974, 1975 Lohof, 1991) met een ouderdom
van 3250 BP - 3000 BP zou volgens Lohof
(1991, blz. 203) de oriëntatie van het silhouet
NW/ZO moeten zijn. Op blz. 205 vermeldt
hij echter dat in dubbele paalkrans grafheuvels
(type 6) zoals uit 'de Mars' slechts twee sil
houetten bekend zijn. Deze silhouetten had
den als richting niet NW/ZO maar juist O/W
(Lohof 1991, blz 205). Hij voegt er aan toe
dat het aantal te klein is om hieruit de conclu
sie te trekken dat N/Z in paalkrans type 6 niet
voor zou kunnen komen. Heel opvallend is
wel dat de oriëntatie van de grootste lengte
van de blauwgrijze verkleuring in het centrum
O/W is (110°). Deze oriëntatie rekent Lohof
(1991, fig 118) tot de O/W richting daar deze
ligt tussen 65°en 115°. Dit is dus in overeen
stemming met noord-oost Nederland voor wat
betreft de oriëntatie of ligging van het centrale
graf in dubbele paalkransgrafheuvels. In het
zuidwest kwadrant, zoals in de vondst
omschrijving beschreven is, lag een graf waar
van wel een silhouet herkenbaar was (fig. 2 en
3). De kleur hiervan was donkerbruin en
kwam redelijk overeen met de kleur van het
lijksilhouet dat opgegraven is in de nieuw
bouwwijk 'Noordwest' in Den Burg door Wol
tering. Dit kon worden vastgesteld aan de
hand van een dia die van dit silhouet gemaakt
is. Het silhout uit 'de Mars' laat een ligging op
de rechterzij zien met een oriëntatie van
250°-70° met het hoofd in het zuidwesten.
Als eerste moet opgemerkt worden dat nabij-
zettingen bekend zijn uit grafheuvels van het
type 6 (dubbele paalkrans zoals uit 'de Mars',
Lohof 1991; blz. 209). Lanting (1975) geeft
geen grafrichting van nabijzettingen. Lohof
(1991, fig. 131 en blz. 217) geeft deze infor
matie wel. Hij geeft het kwadrant en de graf-
14