X I rl i v r. i Fig. 2: Plattegrond van de grafheuvel Sporen dubbele paalkrans Vermoedelijke vorm van de paalkransgrafheuvel Cedeelte van de fundering van de bungalow X Centrum grafheuvel Centrale bijzetting Plaats van de nabijzetting inspoelingshorizon. De paalsporen eindigden dieper dan het oude loopvlak. C. De graven Ongeveer in het midden van de grafheuvel lag in het gele zand een blauwgrijze verkleuring van 180 x 80 cm. Deze verkleuring deed vet tig of lemig aan. De oriëntatie van deze ver kleuring, de richting van de 180 cm lengte, was nagenoeg O-W (110°, fig. 2). In het zuidwest kwadrant werd in de bodem een die- pdonkerbruine verkleuring waargenomen die de vorm had van een op de rechterzij liggend persoon met licht opgetrokken benen (fig. 3). De benen waren 18 cm verschoven ten op zichte van het bekken in zuidoostelijke rich ting. Rondom de bruine verkleuring was op 50 cm afstand een bruine infiltratie-ader waar neembaar. Bij het vlakschaven voor het maken van een lakprofiel brak hier de grond steeds onregelmatig af door verschillen in hardheid van de zandlagen. De richting van wat als hoofd werd geïnterpreteerd was 250° en de richting van de benen 70°, beide ge zien vanuit het noorden. Ook hier de vettig aandoende grond van de bruine verkleuring. Verder konden nog herkend worden de con touren van de borstkas en een heel mooi uit getekend bekken. Tussen de borstkas en het bekken was de wervelkolom goed waarneem baar. Vanaf de linker laterale zijde van de romp was het schouderblad weggegleden naar de rugzijde. In het geschaafde vlak aan de rugzijde was het nog duidelijk waarneembaar. Ook waren de gekruiste onderarmen zicht baar. Heel opvallend was dat de randen van de verkleuring, die hier geïnterpreteerd zijn als verkleuring van de botten, een diep don kerbruine kleur hadden, terwijl het tussenlig gende gedeelte veel lichter was. De beide gra ven lagen ongeveer 80 cm diep t.o.v. het maaiveld. De bruine verkleuring van het res tant van de benen drong nog 5 cm dieper door en bij de romp 10 cm. Er liepen geen bruine verkleuringen nog dieper door naar beneden, die eventueel zouden kunnen wij zen op een bodemverkleuring in verband met vegetatie of graafgangen van dieren. Onder het silhouet kwam het gele zand tevoorschijn. De lengte van het gehele silhouet bedroeg ca. 105 cm. (fig. 3a en 3b) VERGELIJKING VAN DE GRAFHEUVEL MET GEGEVENS VAN REEDS BESCHREVEN GRAF HEUVELS A. De grafheuvel Volgens Glasbergen (1954: blz. 53) verschij nen de grafheuvels met een dubbele paalkrans -zijn type 6- in de Vroege-Bronstijd en zijn deze types het meest in gebruik in de Midden- Bronstijd. Woltering (1973, 1974, 1975), die drie van deze dubbele paalkransgrafheuvels heeft opgegraven in de nieuwbouwwijk 'Noordwest' van Den Burg, geeft een ouder dom van Midden Bronstijd. Woltering (1975) onderbouwt deze datering met een C14 date ring (2995 B.P. 75) van een stuk hout uit één van deze grafheuvels. Lohof (1991) ver meldt dat de dubbele paalkransgrafheuvels in Zuid-Nederland over een langere periode in ge bruik zijn geweest, dan in Noord-Neder- 13

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1995 | | pagina 15