In de periode tussen het gereedkomen van de bedijking in 1619 en de ingebruikname
van gemaal WaalenBurg in 1931, is er een aantal gebieden en gebiedjes bemalen
geweest! De polder kende echter geen vast peil en een ieder die wat meer drooglegging
verlangde diende daar zelf voor te zorgen. Er werd zelfs een gebied door een scheprad
molen (afb. 19) bemalen. Deze molen had een vlucht van 14.77 m', terwijl de schep
radmiddellijn 1.80 m' bedroeg en de schepradbreedte slechts 0.14 m'. De molen
maalde het water via een sluisje (afb. 22, pag. 21) op de Ooster- en Westerkolk, die op
hun beurt door een sluisje met een breedte van 1.58 m' op de Riethoorn afwaterden.
Een tiental weide- of staartmolentjes stonden verspreid in de polder. Het waren
eenvoudige molentjes die hoegenaamd geen bediening vergden en het water slechts op
één van de omringende polderslootjes maalden (afb. D, pag. 23). Voorbeeld van een
schepradmolen: overbrenging van de wiekenas naar het scheprad! Het bovenwiel had
68 kammen (tanden), de bovenschijfloop 35 staven, de onderschijfloop 23 staven en het
onderwiel 95 kammen, zodat de wiekenas 2,12 keer moest ronddraaien om het schep
rad 1 volle omwenteling te laten maken. Op afb. 17 is nog een advertentie, geplaatst in
de Texelse Courant, te zien waaruit blijkt dat men zelfs na het oliebesluit nog doorvocht
voor electrische bemaling!
Open brief aan het Bestuur van
Polder Waal en Burg.
geen olie, maar electrische
bemaling moeten hebben,
electrisch en niet anders.
Hoewel er reeds in de 17e eeuw een dijkgraaf en heemraden in WaalenBurg waren
aangesteld, werd in 1861 bij reglement provinciaal blad no. 98 vastgesteld, dat het
bestuur als volgt diende te zijn samengesteld: het dagelijks bestuur uit een dijkgraaf en
twee heemraden, aangevuld met vier hoofdingelanden.
De ondergeteekenden, allen ingelanden van de polder Waal en Burg, die
gelezen hebben de UITSPRAAK van de Kroon over de bemaling in de
Texelsche Courant van Zaterdag 6 September, welke duidelijk aantoont, dat wij
verklaren, dat wij allen er precies over denken, zooals de ingeland, die het
ingezonden stuk in de Courant van Woensdag 10 September 1930 schrijft en
wij verzoeken hierbij dringend aan het Bestuur van de polder Waal en Burg
om op staandevoet het oliebesluit in te trekken en dan
dadelijk het besluit te nemen tot het
plaatsen van een electrisch gemaaltje
voldoende voor onze polder.
Het is nu toch zeker duidelijk genoeg, wat of ons belang is. Daarom
geen tijd meer verknoeien en het BELANG van de Polder behart.gen. Ze
moet nu droog en dan
TEXEL, September 1930.
K. LANGEVELD N. KIKKERT q. q. G. W. KEIJSER
lac. ROEPER Kz. p o. J. Kikkert Erven P. A KF.IJSER
P W. ROEPER Jz. S. J. IIKSEN q q. Wed. JOH. KEIJSER
KI VLAMING, wethouder JOH. KEIJSER Dz. q. q J. B. BAKKER. Alkmaar
S. C EELMAN, heemraad P. Sz. ZI|M L. J. ROEPER
R. P. KEIISER. wethouder M. A LANGEVELD p.T). W. G. Bakker, Frankr.
Wed ABSPOEL P. W. ROEPER q q. Wed. Jac. KOOIMAN.
D. W KEIJSER L. C. KEIJSER, heemraad Waal
S. KEIJSER-STICHT ING Alb. KEIJSER Cz. C DAMSTÉ-Over.
Deze brief wenschten J. RAB Jz. (Schildereind) en D. ZUIDEWIND
niet te onderteekenen.
Afb. 17 Zelfs na het besluit te bemalen met oliemotoren
vocht men door voor electrische bemaling (Tex.
Courant sept. 1930)
Afb. 19 Situatie omstreeks 1830
22