Langewaalgeul een uitwateringssluis hebben bevonden. De dijk heeft het tussen 1450
en 1460 begeven, waarbij ook de achterliggende dijk (de Bomendiek, afb. B, pag. 7) er
danig van langs kreeg en hierin een doorbraak ontstond, bekend onder de veldnaam
Het Armke, waarin nu is gelegen de boerderij Waaldam. Het moet een diepe weel zijn
geweest, waarover verhalen gaan dat ze als haventje heeft dienstgedaan. Hier zouden
de stenen voor de verbouwing van de Grote Kerk in Den Burg zijn aangevoerd om met
paard en kar, via het Waelerpad naar Den Burg te worden vervoerd. Het heeft Van
Nieuwwaal en Van Noorden of hun erfgenamen niet meegezeten. Een bepaling in het
octrooi vermeldde dat de werkzaamheden binnen een termijn van 16 jaar dienden te
zijn uitgevoerd. Er was kennelijk reeds eerder een poging ondernomen om de gorzen
beoosten De Koog te bedijken, maar ook dit schijnt te zijn mislukt (afb. 6, pag. 8). We
komen hierop elders terug.
DEZELFDE GORZEN TWEEMAAL UITGEGEVEN
Door de loop van de Nieuwlanderdijk, vanaf de Ongerderdijk dus naar de Kogerdijk,
vielen de gorzen ten noorden van Het Kley binnen Burgernieuwland. Deze gorzen
waren in 1436 reeds uitgegeven aan Van Nieuwwaal en Van Noorden, zodat dezelfde
gorzen tweemaal en aan andere octrooihouders werden uitgegeven.
OOK DE ABDIS VERLEENT VERGUNNING
Op 11 februari 1460 verleende de abdis Elisabeth van Matenesse van de abdij van
Rijnsburg (afb. 9, pag. 3) vergunning aan de gebroeders Van Noorden, namelijk aan Sy-
mon, Florys en Jacob, alsmede aan Jan van Alcmade, rentmeester/baljuw te Texel, en
Mathijs Heynricxsz, om 100 morgen land te bedijken in Burgerambacht, grenzende aan
Jan van Poelgeest. De gebroeders Van Noorden waren kennelijk nazaten van Jan van
11
Afb. 12 Schets van de Commissarissen