ij?*?
CT7STV 4-
6
ker namen door den Secretaris van Steenbergen
wierden aangetekend.
Dog ik beneffens eenige Leeden van de Mennonie
ten Gemeente, in welke ik Leeraar ben, verklaarde,
om dat wij belijdenis van eene weereloose lijd-
saamheid doen den wapenen niet te kunnen opvat
ten, waarop de Heer van Steenbergen antwoorde,
dat wij evenwel onse namen moesten laten aante
kenen, en dat Regenten ons in het vervolg wel
souden laten weten, of wij een man in onse plaats
souden moeten stellen, of daar voor geld betaalen.
23 october. Wierd mij wederom door de Ge-
regtsbode Romans aangesegd, dat ik voor Regenten
op het Raadhuis moest verschijnen; daar na toe
gaande roept mij een Diacenbroeder mijner ge
meente, die in de waag was, om sijn gekogte
Texelsche kaas te wegen, mij aan, en vroeg mij of
ik na het Raadhuis ging, ik antwoorde van Ja,
waarop hij weder seide: Seg dan maar tegen Re
genten dat reeds voor u gesorgd is, ik vroeg hem
vervolgens, waarin dat sorgen voor mij bestond, en
hij heeft mij daarop aan sijn Huis verklaard, alsoo
wij samen vanuit de waag na sijn Huis waren ge
gaan, dat hij in den vroegen morgen, reeds den ge-
regtsbode Simon Kikkert, met geld (met het door
den Oosterender Krijgsraad gevorderde geld) voor
hem en mij had heen gesonden, met nevensgaand
versoek, dat de genoemde Krijgsraad mij een brief
je soude besorgen, waarin sij mij versekerde, dat ik
in 't waarnemen van den Godsdienst aan Ooste
rend niet gehinderd soude worden, waarop wij
samen na het Raadhuis gingen, waarop gekomen
sijnde, dese selven Diacen broeder mijner gemeen
te, genaamd Albert Koning, deselve verklaring voor
Regenten deed, na dat Regenten reeds van onsen
komste, aan de geene die toen reeds daar waren
gesegt hadden, dat sij het gevorderde geld, door
de Oosterender Krijgsraad, betalen moesten zijn
daarop de op den voorigen dag uitgedeelde ge-
weeren, weder opgeeischt en overgegeven.
Het Declaratoir door den Oosterender Krijgsraad
mij gesonden, was van deesen inhoud.
Wel Eerw. Heer Staniker
De Krijgsraad van Oosterend declareeren
hiermede den WelEerw. Heer Staniker
in sijn Predikdienst alhier aan Oosterend
niet te sullen molesteeren, nog te doogen
dat zulks door andere word gedaan
Ter Ordonnantie
van den Krijgsraad
getekend
Mr. Marschalk
Secretaris
Oosterend
den 23 october
1787
(zie tekst hieronder)
Zn* Ac-CL* t /j*
CUX ■ytv