Dagboekfragmenten van ds. J.P. Staneke Via mijn dochter die in Artis werkt, kwam ik in contact met de aldaar werkende heer Chr. Staneke. Hij was in het bezit van het boekje 'Geslacht Staneke' met daarin o.a. dagboekfragmenten van ds. J.P. Staneke. Johannes Pieter Staneke werd Ev. Luthers gedoopt op 4 december 1737 te Amsterdam en doopsgezind op 20 oktober 1764. Hij huwde in 1774 met Aaltje Koeman en in 1795 met Tette Margaretha Reuben. Op 17 januari 1808 overleed Johannes te Enkhuizen. Gelukkig voor ons is het volgende stukje dagboek bewaard gebleven over z'n roerige Texelse periode. (M. Bakker-Zijm) doopsgezind predikant op Texel van 1777 tot 1790 5 A° 1787 Op den 23sten sept. Sijn de gewapende manschap pen, van Oosterend en het Oude Schil aan den Burg geweest, ten minsten eenige van die, hoeveel bekenne ik niet te weeten. Die van het Oude Schil gekomen waren, sijn ook aan mijn huis geweest, versogte aan mij om een drinkpenning, gaf hun drie worp sesthalven dog sij oordeelden dit te wei nig te sijn, moesten meerder hebben, en hebbe hun toen gegeven 't geen ik in mijn sak hadde, weete niet hoeveel, dog hebbe naderhand ge hoord, dat het 9 a 10 Gulden geweest is, dog sta hier niet voor in. Die van Oosterend sijn toen stil van den Burg na Oosterend vertrokken. Op den 25 sept. Sijnde toen Texelsche schapen- markt, hoorde ik dat de Kapitein van Oosterend, Lambert Dijker, aan den Burg, en wel aan het huis van den Pastor van Weerd was, ben daar na toe gegaan, en hebben aan gemelde Capitien Dijker, sonder eenige aansoek daartoe, als een vrijwillige gifte, voor die van Oosterend om dat sij sig soo stil en sedig aan den Burg gedragen hadden sonder iemand overlast te doen, overgegeven, om eens voor te drinken een somma van 9 gulden. 7 october. Maar ik op den 7den october aan Oos terend komende en gaande na de Mennoniten Kerk om te Prediken, ben op de weg, en wel bij het soogenaamde houte paard, door eenige vrouw lieden tegen gehouden, waar van een mij niet on vriendelijk versogt, om eens met haar lieden Hoes- see te roepen, 't welk ik dan ook tot driemaal toe gedaan hebbe, welke toen daarop seiden: nu Do- mine, kunt gij vrij passeeren, waarop egter eene andere seide: nu nog eens Lang Leef de Prins, 't geen ik ook deed met te segge Lang Leef de Prins van harte, waarop ik weder ten antwoord verkreeg van dat vrouwspersoon welke dat Laast gemelde van mij vorderde: Dat Lieg Je Wel Jou Bliksem. 22 october. Hebbe ik de twee Provoosten van de Oosterender Krijgsraad aan mijn Huis gekregen, welke mij versogten, om aan hun soo veel geld te geven als ik op de Lijst van den Krijgsraad, die sij mij toen toonde en in hunne handen sien lieten, betaalen wilde, sijnde een somma van 11 gulden, die mij door die Krijgsraad geordonneerd werd te moeten betaalen of mij van schaade te moeten wagten, of dergelijke bedrijging, de bedrijging daar bij gevoegd, weet letterlijk nog woordelijk niet, sijn mij het geheugen ontsnapt. Hierop antwoorde ik, dat ik reeds van de vorenden aan Oosterend de somma van 9 guldens vrijwillig gegeven hadde, en dat ik, die van mijn tractement leven moet, soo wel thuis gehaald konden worden, waarop sij mij versogten, om soo ik er iets tegen had, dan sulks in een briefje te schrijven, sij souden weder bij mij aankomen, dog sijn niet gekomen. Even na die oogenblikken, quam mij den Ge- regtsbode Romans tegen, en seide mij dat ik voor Regenten moeste verschijnen, ben direct na het Regthuis, daar de Regenten van den Burg bijeen waren, heen gegaan, die ons wijl daar reeds eenige andere personen op den Regenten last bij een gekomen waren van wien ook eenig geld afge vorderd wierd gebooden om niet te betaalen, en gelasten meteen den gansche burgerij de wapenen op te nemen om geweld met geweld te keeren, waarop ook dadelijk de wapenen die op het Raad huis aan de opgeroepe burgerij door den Schepen Pieter Vlaming en andere uitgedeeld werden, wel-

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1995 | | pagina 7