SUBSIDIEVERZOEK VAN TEXELSE SCHAPENHOUDERS IN 1 792
Of: 'Een verzoek van Huys- en Landlieden, zich geneerende met de Schaap's Fokkery'
12
De voorgenomen belasting van 25% op de wol moet niet tot 'executie gebracht worden',
anders dreigt een 'totaale ruïne van het geheele Eyland Texel'. Dit is in het kort de boodschap
van een briefwisseling tussen 17 april en 16 mei 1792. Meer hierover en hoe de situatie op ons
eiland was, verhaalt dit artikel.
De boerenstand had een brief gericht aan het ge
meentebestuur van Texel. De brief was onderte
kend door Hend. Dekker met nog 172 Tekenaars.
Hierin werd uitgelegd aan de schout, burgemee
sters en schepenen dat de toestand nijpend was.
Immers, in het voorbijgaande 1791 had het ge
rucht de ronde gedaan dat de 'Heeren Gedeputeer-
dens der Stad Leyden ter Staats-Vergadering' het
voornemen hadden om de uitvoer van Hollandse
wol met 25% te belasten. Daarbij bedachten de
schapenhouders dat niet alleen zij maar ook de
gehele bedrijfstak van Zuid- en Noordholland en
de handel, 'die onbetwistbare Zenuw van den
Staat', daardoor grote schade zou lijden.
De schapenhouders schetsen de situatie van de
schapenteelt aldus:
'Dat het eene onbetwistbare waarheid is, dat hun
Eiland, voor het grootste gedeelte, van schrale en
zandige Gronden zaamgesteld zynde; het
Landbouwend gedeelte der Inwoonders alleen van
de Schaapfokkery moet bestaan, zonder hunne
toevlugt tot enig ander middel van bestaan te
kunnen neemen; zodat men veilig stellen kan, dat
een Texelsche Landman, om zyn waar belang in
het oog te houden, vyf zesde Schaapvee, en ien
zesde Koevee moet aanzetten'.
'Dat dit Eiland wyders door Zandduynen en
Wierdyken voor den aanval der Zee omringt is,
welke laatste zedert den jaare 1721 door de
Eygenaars der Landen in agt en twintig op Texel
gelegene Polders moeten onderhouden worden, en
welke daartoe 's jaarlyks immense sommen
hebben opgebragt; egter met geen ander gevolg,
als dat die Dykagie van jaar tot jaar zoo ten
agteren is geraakt, dat het Dyks-Collegie van Texel
by de jaarlyksche Contributie der Landen (welke
zy niet hooger durven bezwaren) van tyd tot tyd
Gelden hebben opgenomen, om dit deficit te
kunnen vinden: waar door dit Eyland, of wel de
daar op gelegene Landeryen, aireede met een
Schuld van ruym zestig duyzend guldens zyn
bezwaart'.
ONDERHOUD VAN DIJKEN
De Texelaars weten nog een aantal punten te
noemen en klagen erover dat voornoemd Dyks-
College geen kans meer ziet om het nodige
onderhoud te plegen. De eerder genoemde f
60.000,- heeft de 'smert der wond' wel een poosje
verzacht, maar de kwaal is juist verergerd doordat
de jaarlijkse lasten hoger werden en het
onderhoud aan de dijken eerder is afgenomen dan
toegenomen. Een smeekbrief richting de
Gecommitteerde Raaden in Noorder-Quartier,
levert nog een subsidie op van f 20.000,- per jaar
gedurende 10 jaar. Dit echter onder voorwaarde
dat de ingelanden ook een extra belasting krijgen
opgelegd.
Een vergelijking wordt getrokken tussen de
teeltomstandigheden van de schapen in Nederland
en Engeland: Want, vergelyke men de plaatselyke
omstandigheden in het generaal, dan vertoond zig
het Eyland van Croot-Brittannien als eene
natuurlyke Kweekery. Daar het Wolvee een
zuyvere lugt ademende, het voedsel haaiende uit
droogen grond, op het allervolmaakst tiert, groeit,
voortteeld en vermenigvuldigt. Daar uitgestrekte
Bergen, Heuvels, Heyden, gemeene Weyden en
bezaait geweest zynde Landeryen (van welk eerst
weinig of geen Belastingen door den
Schaaphouder betaald worden) aan honderd
duyzende Schaapen Voedsel verschaffen.
Er wordt opgemerkt dat er in Engeland kudden zijn
van één tot vijfduizend schapen, die slechts door
een handjevol herders worden geweid. Dit in
tegenstelling tot ons kleine natte landje, waar
'alleen de hooge prijs der Producten tot
aanmoediging van den Landman dienen kan, om
de aankweeking van Wolvee ter harte te nemen'.
De Texelaars beseffen dat door de concurrentie
positie van de Engelsen de samenstelling van de
veestapel in Nederland zal gaan veranderen. De
boeren in Holland zullen hierdoor waarschijnlijk
overschakelen op rundvee, zodat de schapenteelt
zal verminderen. En daar gaat het nu juist om bij
de Texelse schapenhouders: zij kunnen niet anders
dan schapen houden!