TEXEL ALS LAATSTE
NA DE FRANSE TUD
Nadat de Fransen nu niet naar Den Helder maar
onder escorte naar Amsterdam waren afgevoerd,
beraadde men zich over de gang van zaken. Een
comité vertrok naar Den Haag, alwaar de prins
de dappere Texelaars in een huldebetoon betrok
voor de betoonde moed en men besloot dat
vanuit de Texelse bevolking een beschermings
legertje opgericht moest worden, daar de lande
lijke organisatie daar nog niet op ingesteld was.
Van 18 december 1813 tot april 1814 werden 2
officieren, 9 onderofficieren en 110 soldaten
geïnstalleerd op verschillende plaatsen op het ei
land. Hiervan bevond de hoofdwacht zich op de
Schans (in totaal 30 manschappen) en op de Re
doute en Lunette ieder 13 manschappen.
Evenals aan het einde van de Tweede Wereld
oorlog, toen ons eiland het toneel was van de
laatste veldslag, was ook aan het einde van de
Franse overheersing Texel pas het laatste stukje
Nederland dat dan echt vrij was. Dit gebeuren is
in de Texelse geschiedenis vele malen verhaald
en zelfs tweemaal als openluchtspel opgevoerd.
Van regelmatig gebruik van De Schans was
daarna geen sprake meer. Ook het onderhoud
aan wallen en opstallen liet te wensen over,
hoewel het fort militair gezien officieel onder
deel bleef van de stelling Den Helder.
De bevolking van Oudeschild was door de gevol
gen van de oorlog en de terugloop van het
scheepvaartverkeer sterk verarmd. Op zich had
de legering van de Fransen nabij Oudeschild wel
voor werkgelegenheid gezorgd, zodat het welva
rende dorp van weleer ook in de Franse tijd nog
in stand bleef, maar na het vertrek van de troe
pen verviel men in armoede. De doorvaart naar
Amsterdam via het Noordhollands kanaal (1825)
maakte dat de loodsen van Texel (te Oudeschild
en Den Hoorn) geen werk meer hadden en het
dorp verpauperde nog meer.
We lezen ergens "Het Noordhollandsche kanaal
heeft aan het Eiland, voor zoverre deszelfs zee
dorpen betreft, een gevoeligen slag toegebragt,
en vooral voor het oude Schild; dat nog vóór
kort eene zeer bloeijende plaats moet geweest
zijn, waar voor geld geene woning te bekomen
was en de menschen als opeengepakt waren, een
treurig verschiet geopend!
Het fort deed enige tijd dienst als huisvesting
voor de armste bewoners van het dorp. Een
reiziger, die op 3 sept. 1826 vanaf de haven te
Oudeschild een rondrit over het eiland maakt
voor een verslag in een tijdschrift, schrijft: 'Van
het Oude Schild reden wij langs eenige nieuwe
forten, door de Franschen aangelegd, en de
Oude Schans, waarin geene bezetting meer is.
Toen de genie nog later in dat jaar het fort weer
wilde bemannen wist men de mensen die er
woonden niet te huisvesten in het verarmde
Oudeschild. Ten tijde dat dit speelde haalden
arme Oudeschilders voor het maken van aan-
bouwtjes en reparaties aan hun huizen de nodige
bouwmaterialen van De Schans.
Na de Frans-Duitse oorlog (1870-1871) was de
militaire waarde de Stelling Den Helder, waar
onder De Schans ook viel, sterk verminderd.
Henry Havard schreef in zijn "Reis langs de
dode steden van de Zuiderzee" de volgende
sfeervolle woorden: "Soms wordt het fort van
Texel midden in de nacht verlicht en het vage
sinistere geluid van het kanon vermengd zich
met het geloei van de storm. Dit is echter be
doeld voor de schepen, die zich in de buurt
bevindend te waarschuwen of voor een schip,
dat zich in gevaar bevindt, te signaleren.
In de Texelgids van 1898 lezen we dat de
"Oudeschans" nog steeds twee toegangen heeft.
16