VERRAAD staande was en door zware ijsgang de oorlogs schepen naar het Nieuwe Diep waren vertrok ken, vertrok op 4 dec. 1813 vanuit Nieuwe Schild en Oosterend een gewapende troep rich ting Oudeschild. Hier hing de vlag inmiddels ook in top en kreeg men versterking van de bevolking. Verder ging het naar De Schans. Net buiten het dorp lag de Lunette, waarin zich 27 kustkanonniers bevon den onder leiding van sergeant Willem Lourens. Deze wisten uiteraard ook dat de Fransen zich terug moesten trekken en aarzelden niet. Ze kwamen uit het fort en schaarden zich bij de opstandelingen onder het roepen van "Vivat Oranje". De leiding twijfelde eraan of men wel voldoende manschappen en wapens had om ook met het grootste fort De Schans af te rekenen waar ten slotte commandant D'ison en plaatsmajoor Braun bevel voerden over 25 Fransen en 160 kustka nonniers. Deze kustkanonniers, voornamelijk Hollanders, stonden onder bevel van kapitein van Breeniegen. Men probeerde eerst nog meer mensen in te schakelen en het plaatselijk gezag voor de zaak te winnen. Daarom vertrok de groep richting Den Burg (vermoedelijk via het Skillepaadje). Daar aangekomen zocht men kontakt met het plaatselijk bestuur ter ondersteuning. Dit was niet zo moeilijk, omdat men zojuist be richt had ontvangen dat de prins in Amsterdam tot souverein vorst was uitgeroepen. De avond werd in Den Burg doorgebracht. De volgende morgen vertrok een menigte van 800 man naar het fort Central, beter bekend als De Schans. Een paar leden van het gemeentebe stuur, Ahlé en S. Kikkert, de politiecommissaris Rassin en J.J. Reinbach, die zeer goed Frans sprak, zouden de onderhandelingen voeren zodat het oorspronkelijke oproer een officieel tintje kreeg. Met gebruik van de krijgstrant, wat in hield dat de bruggen omhoog werden gehaald en de poorten vervolgens gesloten, werden de onderhandelingen ingeluid. Op 5 december om 5 uur werd de capitulatie gesloten tussen de burgermacht en de Fransen, waarbij deze laatsten de verzekering kregen dat zij een vrije aftocht naar Den Helder zouden krijgen. Vreemd genoeg tekende van Breeniegen namens de Texelse bevolking. Commandant D'ison moest deze nu erkennen als vertegen woordiger van burgemeester Reinbach. De opge luchte bevolking vertrok tevreden naar huis. Plaatsmajoor Braun kon het gebeurde echter niet verkroppen en gaf orders de voorraad buskruit uit de kruitkamer te halen en wilde de boel in de lucht laten vliegen. Gelukkig werd van Breenie gen gewaarschuwd door zijn mannen en deze liet Braun in de boeien slaan. Toen dit gerucht de bevolking van Oudeschild ter ore kwam, voelde men zich ontslagen van de zojuist gesloten overeenkomst en verzamelde men zich in het holst van de nacht. Men eiste het fort op. De bevelhebber wist de boel te sussen maar de volgende dag moest men zonder de toegezegde aftocht met krijgseer vertrekken. Ook moest D'ison, een man van eer en redelijk populair bij de bevolking, zich krijgsgevangen laten maken. 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1995 | | pagina 18