Vrijdag 6 April 1945
Zaterdag 7 April 1945
Zaterdag 5 Mei 1945
Maandag 7 Mei 1945
vanmiddag gewassen want we zagen er weer
smerig uit.
Om een uur of 2 's nachts begonnen ze met
gewone geweren te schieten. Allemaal waren ze
wakker. Papa zei dat je maar niet bang behoefde
te zijn want dat het maar losse flodders waren.
Dus gingen we maar weer slapen. Maar elke keer
als ze weer schoten schrok ik weer wakker. Dus ik
had de hele nacht niet geslapen. De vorige dag
was ik zo misselijk geweest dus ik was nog niet
erg lekker. Maar Papa zei dat ik op moest staan
want dat er iets ergs was gebeurd. Dus we gingen
gauw naar beneden en gauw aankleden. Toen ik
naar beneden kwam zag ik op het plein twee dooie
Duitsers liggen. Een eng gezicht hoor. Het bloed
zat bij ons op de ramen. De Russen hadden die
vannacht doodgeschoten. Ze schoten nog steeds
door. Toen opeens kwam het bevel dat alle manne
lijke personen zich melden en komen moesten op
huis Texla. Dus alles kwam voor de dag. Maar
later was Mama toch blij dat Papa niet gegaan was
want de Duitsers wonnen weer. Dus alles werd
opgepakt en moest met de Duitsers mee. Ome Jos
en de jongens van Pen waren er ook bij. Er waren
er nog meer. Een stuk of 10. 's Middags konden
we geen van allen wat eten door de keel krijgen
dan een boterham. We zaten nog de hele middag
tot 4 uur toe een beetje in angst, totdat er nog een
grotere angst over ons kwam. Ze begonnen Den
Burg te beschieten met granaten. Rondom ons huis
vielen de granaten en ons huis bleef ongedeerd
met allemaal erin behalve Papa die was onder het
schieten bij Dernison. Wat hadden we toen een
angsten uitgestaan. Maar na het schieten kwam
Papa behouden weer thuis. We hadden die nacht in
de schuilkelder van Pen geslapen. We lagen er met
17 man in. 3 wiegekindjes en 4 grote kinderen en
10 grote mensen. We hadden niet veel geslapen.
Om een uur of 8 gingen we weer naar huis. Daar
hebben we ons gewassen en Mama heeft onze
haren gekamd. Ilse en ik zijn maar weer naar de
kelder gegaan. We hebben de boeken in de kelder
neergelegd. Wijzelf gingen in de keuken zitten.
We zaten daar een poosje, toen opeens kwam Ome
Jan Dernison de keuken in. Hij vertelde dat we uit
ons huis moesten en dat we mee moesten helpen.
En wij gingen op een holletje naar huis om te
helpen. Om 10 uur kwamen twee moffen het
zeggen dat we er om 12 uur uit moesten zijn. Dus
deden we alles vlug-vlug. Het nodige namen we
mee en al het andere lieten we staan. We mogen
zolang in Hotel 'De Zwaan' blijven tot ons huis
weer vrij is. We hebben rapen gegeten. Maar ik
kon bijna niets door mijn keel krijgen. Dat is wel
vervelend. We gaan nu maar weer met z'n allen
naar de kelder en daar naar ik hoop lekker slapen.
Toen ik vanmorgen wakker werd in het 'grote
bed' zei Mama: raadt eens wat er is. Ik raadde
maar ik wist het niet. Toen zei Mama dat er
eindelijk de langverwachte vrede was. Dus ging ik
me meteen aankleden. Kon nog net naar de kerk.
Je zag al overal vlaggen rood, wit en blauw. Een
vrolijk gezicht hoor. Iedereen liep al met rood wit
blauwe vlaggetjes en oranje in het haar. In bijna
alle winkels kon je zuks krijgen. Het was al een
feest van jewelste. Het werd nog mooier. Er
kwamen een groep jongens met trommels aan
meteen al een hele sliert kinderen er achter, wij
natuurlijk ook. Zij gingen heel Den Burg rond. En
we zongen allemaal Vaderlandse liederen.
Nely kwam 's morgens al bij me. Daarvoor had
den we eerst met Nely's zusje gewandeld. Toen
gingen we spelen. Het is weer heerlijk weer, echt
een oranje-zonnetje. We gingen met z'n tweetjes
voor ons huis zitten. Daar zagen we in de ingang
naar kantoor een boel fietsen staan bezakt en
bepakt. Wij gingen dat gauw aan Mama vertellen.
We dachten, misschien gaan ze er wel uit. En...
onze gedachten was goed want een uur later
gingen de moffen en de griet er bij er uit. Hoezee,
ons huis is weer vrij. Papa Nely en ik gingen er
meteen in en snuffelden alles precies zo na als zij
ook gedaan hebben. Ze hebben m'n hele juwelen
doosje leeggeplunderd. Dat gemene dievenvolkü!
Het ziet er zo uit ons huis. Het is bijna één plak
kaarsvet. We hebben ons huis terug, dat is de
hoofdzaak!
(Met dank aan mevr. Niny van Apeldoorn-Beers)
24