5 Mei 1945 11 Mei 1945 veer 250 Duitschers zijn al begraven en booten vol met zwaar gewonden naar elders vervoerd. Gister was er nog huiszoeking bij ons. Er zitten stellig nog veel Russen verstopt. De boerderijen Plassendaal in Waalenburg en Heidehof bij de Dennen zijn 24 April ook in brand geschoten. De leider der Russen. Lolatsche, is nog niet in Duitsche handen. Heden is 't een vreugdedag. Duitschland heeft vanaf 8 uur hedenmorgen de vijandelijkheden gestaakt met Holland en nog eenige landen. Er heerscht groote vreugde onder de bevolking, overal wapperen de vlaggen van de huizen, die bijna alle zeer gehavend zijn. De kinderen zingen oranjelied jes en loopen met oranje getooid en met vlaggen in optocht door de straten van Den Burg. Toch schijnt Duitschland nog met Noorwegen en Rus land in oorlog te zijn. Daar hier nog vele rond zwervende Russen in de bosschen en duinen worden aangetroffen, kan 't nog wel eens tot botsing komen met de Duitschers. Geen van beiden kennen ze eenig pardon. Deze week zijn nog schuren in brand geschoten, waarin Russen zaten; als de Russen de Duitschers zien schieten ze ze ook direct dood, doch de Duitschers vermoor den ook alle Russen. Ze nemen ze gevangen en laten ze dan hun eigen graf graven, waarna ze worden doodgeschoten, "t Is hier in 't dorp en op 't geheele eiland erg rustig, de menschen zijn opgewekt maar men bemerkt niets van wraakge voelens tegen de N.S.B.ers. Moge dit zoo rustig afloopen. De havens van Rotterdam, Den Helder enz. zijn vrijgegeven voor schepen met levensmiddelen nog vóór de wapenstilstand tot stand kwam, reeds 3 Mei lag er een groot schip met levensmiddelen op de ree voor Den Helder. God zij dank zal er nu wel een eind komen aan de hongersnood in de groote steden van ons land. 't Is te hopen, dat we nu ook iets zullen hooren van onze familie in Asten, waarvan we sinds de invasie in ons land door de Eng.-Amerikaanse troepen begint Sept. 44 geheel waren afgesneden en van de familie uit Weerselo, waar ze ongeveer 6 weken ook reeds bevrijd waren en waarmee we in 't geheel geen contact meer hebben. Alleen met de familie in Amsterdam kunnen we nog corresponderen, maar een brief daarheen is minstens 3 weken onderweg. Telefoon en telegraaf zijn alleen in dienst van 't leger geweest en vermoedelijk ook wel bijna overal stuk. 't Is nu vóór alles meer dan tijd. dat er vrede is, niet alleen aan voedsel, maar ook aan andere zaken is er gebrek. Zoo is er zoo goed als geen zout meer. Per persoon krijgt men per 2 maanden een Yt pond. (Geen suiker sinds Sept. '44, geen boter sinds Sept. '44.) Geen electr. stroom, ook geen olie of gas. Den geheelen winter hebben we ons moeten behelpen met een oliepitje van koolzaadolie. Vreeselijk was dat, want er is ook bijna geen koolzaadolie meer. we gingen al om 8 uur naar bed. We moesten om 8 uur binnen zijn tot 's morgens 6 uur. Er is geen zeep meer, zoodat men niet meer weet hoe zichzelf en zijn kleeren te wasschen. Kleeren, schoenen en kousen zijn al in geen paar jaren meer te koopen. 't Is omdat hier veel schapenwol achtergehouden is van de ver plichte levering, dat de kinderen hier nog geen koude lijden, maar in de stad is dit zeer erg. Den geheelen winter was de toegewezen kolenhoeveel- heid maar 2 HL. Natuurlijk is er vreeselijk veel koude geleden, want met de 2 HL moest men ook koken. Alles wordt dan ook verbrand, vooral in de steden, de boomen in de parken en langs de wegen werden stil omgezaagd en in onbewoonde huizen werd alles weggenomen. Hier konden we van Staatsbosbeheer nog een flinken hoop hout uit de bosschen krijgen en hoewel dit hout nog niet droog was hebben we toch niet in de koude geze ten. Ieder kon "t krijgen. We hebben nu ook voor de drukkerij gekregen en die koop deelen we samen, Rikus en wij. Ik zou ook anders niet weten, waarop we ons eten moesten koken. Heden zijn de eersten van het geallieerde leger op Texel aangekomen, 't Was een zeer groote vreug de hier. Reeds vanaf 5 Mei waren alle vlaggen uitgestoken, langzamerhand verschenen overal eerepoorten, en men verwachtte maar steeds de Engelschen of Canadezen. Nu eindelijk dezen middag arriveerde een onderofficier en een para chutist van 't Canadeesche leger en daar bleken 't beiden Hollanders te zijn, en één was zelfs een Texelaar, n.1. S. de Waal C.zn. die in Zuid Afrika woonde en bij dit leger was ingedeeld, 't Was een historisch oogenblik, toen de auto op de Groene- 19

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1995 | | pagina 21