r
10
Aangenomen kan worden dat de duinen tot de
buitenriggel de begrenzing aan de zeezijde was en dit
perceel lag tussen de (nog niet bestaande) strandpa-
len 8 tot 14. In die tijd was het gebied ten oosten
van paal 7 een stuivende zandplaat, waar de duinvor
ming pas verbeterd werd door het aanleggen van een
drie kilometer lange zanddijk ('Stuifdijk') door de
ingezetenen van Den Hoorn in het jaar 1846.
'Bij Adam om' was het nog familie. De eerstgenoem
de Kees Boon mocht daar, evenals de pachters van
de andere percelen, schapen houden. Rammen
werden niet toegestaan, evenmin als paarden en
koeien. Hij had het recht daar gras te maaien,
brandzoden te steken en zand van de Mient te halen,
alleen zoals voorheen al gebruikelijk was. Het
'vangen van konijnen' behoorde bij zijn rechten.
HET EERSTE PERCEEL, genaamd de Mient, was
gelegen in de Polder Den Hoorn en Westen. Het
begon bij 'de stolp van Jan Bruin'. Deze stond aan
de Witteweg, waar nu het voetbalveld van ZDH is.
Waarschijnlijk was die boerderij gebouwd op erf
pachtgrond en was de eigenaar Jan Jacobsz Bruin
(1776-1848), een vermogende wagenmaker, die vele
jaren in Den Burg heeft gewoond op Weverstraat
[57], Van deze stolp liep het perceel langs de Rom
melpot tot de Fonteinsweg.
Met 500,- voor ieder jaar was voor dit perceel de
hoogste bieder Cornelis Cornelisz Boon, de Jonge
(1780-1844), een boer wonende aan Den Burg. Hij
moest voor zijn pachtverplichtingen twee borgen
hebben. De eerste was zijn vader, die ook als boer
aan Den Burg woonde, Cornelis Cornelisz Boon
(1750-1827). De andere was een Hoornder boer,
Meijert Cornelisz Boon (1754-1843). f
y
S>' ry 2-5-^-
JU, -
- f
tJ-e-s
HET TWEEDE PERCEEL, de Westerduinen van
de Mient, liep van de Fonteinsweg tot de 'Zeetings-
nol' (nu aan de Ruyslaan tegenover het Maarten
huis). Aan de zeekant waren de grenzen de strand-
palen 14 tot 19. Dit perceel, met een lengte van vijf
kilometer, had een enorme oppervlakte, waarin ook
delen van Gerritsland bewesten de boerderij Bloem-
wijk behoorden en daar meer dan twee kilometer
breed was. De notariële omschrijving was minimaal.
Er werd bijv. niets vermeld over de Nieuwe Aanleg,
een gebied liggende bij de Californiëweg, dat toen
hoogstwaarschijnlijk al bestond en een enclave in dit
perceel was. Voor 225,- werd hier de pachter
Cornelis Dirksz Dijt, die in 1776 bij de Mient was
geboren en sinds 1812 op de Worsteltent zijn boe
renbedrijf had. Hij is daar in 1816 -dus voor het
einde van het pachttermijn- gestorven. Vermoedelijk
werd zijn opvolger Hendrik Cornelisz Mulder (1792-
1865), die in 1817 Dijts weduwe als vrouw kreeg.
-<T S~\
(De voorgronden joi ivijcllln ir,g waren uitgezonderd evenals het
houden van koevee)