Drankvergunningen van 1882 tot 1910 VERLEENDE VERGUNNINGEN VANAF I MEI 1882 3 Drank was interessant voor de Staat middels de accijns, maar ook voor de Gemeenten door heffing van opcenten op de accijns en m.i.v. 1 mei 1882 door heffing van vergunningsrecht. Er was altijd wel een reden voor gebruik van drank. Denk hierbij aan geboorte en dood, bruidsdagen en huwelijk, aankondiging van een zwangerschap, het afsluiten van een goede en het vergeten van een slechte zaak, de zondagse gang naar de kerk, het openen van een testament, de dodenwake en tijdens of bij het gereedkomen van vele werkzaamheden. Kortom het leek altijd goed, ook tegen de warmte, maar evenzo tegen de kou. Waren bepaalde goederen misschien alleen verkrijgbaar in Den Burg of slechts op het vaste land, drank was in Den Burg haast in iedere straat en zoals meestal ook nabij de kerk. In de andere dorpen vaak op meerdere adressen en tenslotte waren er buiten de dorpen nog gele genheden als b.v. "Burgzicht" (de Keet), in Eierland Kors List en Tiessen en aan de Kogerweg "Flora". Met de drankwet van 28 juni 1881 tot regeling van de kleinhandel in sterke drank en tot beteugeling van de openbare dronkenschap werd onder meer een vergunningstelsel ingevoerd en vond een registratie plaats van de bestaande drankverkopers. Ter voldoening aan art. 6 van deze wet besloot de Raad op 19 oktober 1881 tot een verordening op de heffing van vergunningsrecht ad f 20.- voor elke f 100.- huurwaarde of gedeelte daarvan met een min.v. f 20.= p.j. In 1885 werd het tarief vastgesteld op f 12.50 per f 50.= huurwaarde. Deze huurwaarde werd bepaald op grond van de localiteit en de afzet en vastgesteld door de huurwaarde-schatters. Zij werden benoemd door B W, moesten de eed afleggen en kregen als beloning f 1.- per schatting. Het vergunningsrecht kon met 25% verminderd worden voor die localiteiten, waar geen sterke drank verkocht noch geschonken werd tussen zaterdagavond 6 uur en maandagochtend 6 uur. In 1905 werd deze korting zelfs verhoogd tot 50%. Blijkbaar was de verkoop op zaterdagavond en op zondag wel de moeite waard, want alle aanvragers incl. de winkeliers vroegen de vergunning voor de verkoop op alle dagen van de week, met uitzondering van één winkelier, nl. J. Brouwer Jbzn te Oosterend. 0.56 Onderstaand volgt een overzicht van de in 1881 bestaande drankverkopers, die, op grond van de nieuwe wet, een vergunning verzochten ingaande 1 mei 1882 onder opgave van hun adres, naam, beroep en debiet (afzet) in het afgelopen jaar. Aan alle verzoeken werd toen voldaan. Het overzicht vermeldt dus allereerst het adres waarop de eerste vergunning werd verleend en vervolgens naam, beroep en debiet. Voorts de naam van een eventueel volgende vergunninghouder op dit adres, dat inmiddels wel een nieuw huisnummer kan hebben. Het bedrag van het vergunningsrecht was betaald over 1892. Den Burg - café-/logementhouders met gelagkamer Vischmarkt. B.9. P. Gielis, tapper, slijter en rietdekker, m.i.v. 1 mei 1882. Debiet van 220 L. Toen en nog steeds "de Karseboom" nu Vismarkt (4). Vanaf 1885 J. Lips en vanaf 1907 wed. C. Lips-Kind. Verg.recht f 20. Grootte van de gelagkamer was in 1907 24 m2 plus nog een voorkamertje van 6 m2. Blijkens de foto hing boven de ingang een bord met een afbeelding van een kerseboom waaronder "Tapper, slijter van sterke drank" (1) Groeneplaats. B.290. J. Rijk, tapper, slijter en arbeider, m.i.v. 1 mei 1882. Debiet van 85 L. Opvolgers waren per 1 mei 1883

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1994 | | pagina 5