VERKOOP LITERS STERKE DRANK PER DORP IN 1881 BRANDEWIJN OP 'T HORNTJE 19 Auker de Wijn aan de havendijk te Oudeschild, tapper, slijter en stalhouder met een opgegeven debiet van 720 L was met zijn aanvraag in sept. 1882 te laat en werd door B W afgewezen want er waren al 9 vergunningen te Oudeschild verleend waarvan 3 op de haven. Er waren steeds meer vergunningen dan op grond van het zielental was geoorloofd. Dat was ook de reden voor de afwijzing van de aanvraag van J. Dalmeijer Wzn. t.b.v. zijn in 1897 gebouwde Koffiehuis "De Hoop" (later "'t Witte Huis). Ook de aanvragen in 1898 en 1899 van F.F. Kaczor te Oudeschild werden afgewezen, want er waren nog 35 vergunningen bij een max.aantal van 23. B W meldden in 1902, dat het aantal inmiddels met drie was vermin derd. In 1904 moest de Gemeente opnieuw trachten het aantal terug te dringen en mocht geen vergunningen meer verstrekken aan winkels met andere nering. Den Burg 11791 Den Hoorn m/Horntje 690 Oudeschild 3902 De Waal m/Kors List 730 Oosterend 1910 De Koog alleen Flora 80 De Cocksdorp en Eierland 3037 Totaal 22140 Bij plm. 6000 inwoners zou dat per hoofd nog geen 4 L per jaar zijn. Vlgs. het C.B.S. was het gebruik van gedistilleerd per hoofd in Nederland in 1881 4,91 L. van 100%. Waarschijnlijk t.b.v. de accijnsrechten en de Gemeentelijke opcenten daarop waren de door de Texelse aanvragers opgegeven liters ook omgerekend tot liters van 100% in welk geval het gebruik per hoofd op Texel beneden het landelijk gemiddelde zou liggen. Zou echter het aantal opgegeven liters van 22.140 drank zijn van plm 33% dan zou de 4 L tegenover het landelijk gebruik van plm 3x 4,91 of 14,73 heel sterk achterblijven wat niet waarschijnlijk is. (Landelijk in 1900 4,12 en in 1910 2,61 L a 100%). Ter vergelijking nog het verbruik op Texel van het aantal kannen sterke drank in de jaren 1859 en 1860 nl. resp.20.300 en 22.804 L. Wilhelmina Spiering, wed. van W. Hol op 't Horntje vroeg nog een vergunning met haar brief d.d. jan. 1884 waaruit citaat: "Dat de omstandigheden dringend zijn om die vergunning aan haar toe te staan immers met 1) de haringvisscherij die op zee bij haar wordt uitgeoefend - de menschen kome dikwijls verkleumd en doornat aan en hun eerste vraag is naar een teug brandewijn- 2) bij gesloten water wanneer van haar de eenigste communicatie Texel met Nieuwediep onderhouden wordt enz. Misbruiken of drinkgelagen zijn nooit bij haar geschiedt het is alleen een matig gebruik voor de koude". Op de door het Prov. Bestuur gevraagde nadere inlichtingen antwoordde de Gemeente, dat ook in vroegere jaren in deze woning, tijdens het leven van haar man altijd sterke drank was verkocht, doch, dat bij de invoering der wet in 1881 geen vergunning was aangevraagd, omdat de man vreesde dat de kosten van het vergun ningsrecht meer zou bedragen dan de winst. Voorts dat in de winter van 1882-1883 dikwijls werd geklaagd, dat bij ijsgang wanneer de postvlet bij haar afvaart, geen sterke drank verkocht mocht worden. En nu waren het haringtrekkers die behoefte hadden aan sterke drank "tot verwarming". Tenslotte verklaarde de Gemeente nog, dat gezien de ligging geen reden tot misbruik bestond. Al met al voldoende reden om een buitengewone vergunning te verlenen.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1994 | | pagina 21