Het leggen van de telegraaf- telefoonkabel door het Marsdiep benamingen van zo'n wagen, zie Tessels woordenboek van G. Jansen, pag. 40.) In ons land werd de schamel vaak prachtig bewerkt. De Texelaar was hiervoor denk ik te nuchter. Soms werden er (vooral tussen de rivieren) op het achterkrat, het familiewa pen, teksten of rijmpjes aange bracht. Denkelijk in een tijd dat de boeren ook geen goed konden doen, liet een boer in de linker- en rechterbovenhoek van het achterkrat een soldaat en een monnik schilderen en links en rechts beneden een advocaat en een boer, maar daar tussenin de volgende tekst: de soldaat zegt: ik vecht voor u de monnik zegt: ik bid voor u de advocaat zegt: ik pleit voor u en de boer zegt: of jij vecht of jij bidt of jij pleit ik ben de boer die de eieren heit! Tot slot kan ik u een bezoek aan het Agrarisch- en Wagen- museum in De Waal ten zeer ste aanbevelen en zult u ver steld staan van het vele werk, door vrijwilligers verricht! Jan van der Pijl Met dank aan de medewerkers van het Agrarisch museum en de dames C.M. Hin en G.T. Witte, alsmede de heren Jur. Beumkes en Maarten Stoepker. Reeds in 1860 werd een 16 km lange driedraadskabel (telegraaf) gelegd tussen Enkhuizen en Stavoren door Feiten Guillaume te Keulen, ook de fabrikant. Het tracé bleek niet gelukkig gekozen, want in het ondiepe water had de kabel veel te lijden van scheepsankcrs, vissers en ijsgang met als gevolg veel storingen. Voor de kabel van Ilarlingcn naar Vlieland koos men in 1866, door de opgedane ervaring, een gunstiger tracé uit. (1) Het leggen van de telegraafkabel van Den Helder naar Texel in 1872 Hier volgt een kort uittreksel uit het verslag d.d. 5 sept. 1872 van inspecteur J.M. Colette over dit werk: De kabel is plm 5 cm dik, weegt 5,75 kg per meter en is vervaardigd door de fa. Feiten Guillaume te Keulen en wel in vier stukken van 2500 m, totaal dus 10.000 m met slechts drie lassen. Na onderzoek op isolatie- en geleidingsvermo gen werd de kabel in het schip 'Helena Catherina', schipper Fromm, geladen, terwijl voorts de nodige toestellen voor de uitviering van de kabel gemaakt werden. Het schip vertrok van Keulen op 16 aug. en kwam via Kampen en de Zuiderzee op 21 aug. aan in het Nieuwediep. De volgende dag werd besteed aan het opstellen van het uitvieringstoestel, verdere voorbereiding en besprekingen met lijninspecteurs, opzichters alsmede met de opzichter Noot van Waterstaat. Besloten werd op 23 aug. 's morgens om 4 uur te beginnen. De ingenieur der kabelfabriek zou de uitvierings- en remtoestellen bewaken met behulp van de telegraafopzichter. Een der lijn-inspecteurs werd belast met het onderzoek van de gemeenschap via de kabel met het toestel op de wal en de andere met het aantekenen van de legging, nadat hem, alsmede de kapitein Mets van de Ada van Holland' nauwkeurig de richting was opgegeven, waarin de kabel gezonken behoorde te worden. De bediening van het toestel in het tuinhuis achter het Post en Telegraafkantoor (Kanaalweg) werd opgedragen aan de directeur. Hoewel op 23 aug. 's morgens om 4 uur ieder op zijn post was oordeelden de voornoemde kapiteins het niet raadzaam om de legging te beproeven, omdat de wind sterk opstak uit het noordoosten. Colette besloot toch om 5 uur te starten en om 5.30 werd het kabelschip door de sleepstoomboot 'Archimedes' op sleeptouw genomen naar de plaats aan de dijk waar het ene eind van de kabel aan wal gebracht moest worden, nl. bij één der stenen hoofden benoorden de Israëlitische Kerk, plm. 400 m bewesten de Oostbatterij. Nadat een stuk van de kabel van voldoende lengte met behulp van trossen en vletten aan de dijk gebracht was en de geleidraad met het toestel in het tuinhuis verbonden was, kon de sleepstoom boot met het aan bakboord gekoppelde kabelschip afsteken en zo werd met het eigenlijke uitvieren om 7.25 begonnen. Tot een afstand van plm 2000 m richting Horntje werd vervolgens in N.O. richting gestoomd met Oudeschild recht vooruit. Om 8.13 uur, dus na 48 min. varen, waren er reeds 5000 m kabel uitgevierd en werd koers gezet richting directiekeet van de Prins Hendrikpolder tot tegen de steile wal langs de Texelse kust, waar de stoombot om 8.30 uur het kabelschip moest overgeven aan drie zeilvaartuigen met geringe diepgang, welke nu bij hoogwater het kabelschip langs en door de afgebakende geul van de uitwaterings sluis tot vlak tegen de dijk sleepten. Inmiddels waren reeds 8000 m kabel uitge vierd en het kabelschip ging tegen plm. 9.00 uur voor anker. Om 9.25 uur werd het afgsneden kabeleind met touwen en vletten ten noordoosten van de directiekeet aan wal gebracht. Het kabeleind was lang genoeg, zodat een afgesneden stuk als reserve in de dijk ingegraven werd. Inmiddels begon de eb te lopen en gelukte het 7

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1994 | | pagina 9