Reaktie op nummer 27 - juni 1993 EEN VROEG MIDDELEEUWSE WOONKERN MET OMGEVING In ons artikel in het juninummer (nr. 27) van dit tijdschrift (Water en land in Texels zuiden in de vroege Middeleeuwen) beschreven we het landgebruik om Den Hoorn omstreeks 1200, zoals dat bleek uit veld- en landnamen: het bouw land lag direct op en om de Hoornder heuvel; iets verder lag het weidegebied, en het verst de hooilanden. Dit beeld bleek een gebruikelijk Middeleeuws patroon te bevestigen. Dit patroon kan nu iets vollediger en daardoor duidelijker gemaakt worden. 7 In de eerste plaats de veldnaam 'Uke', waar we in ons juni-artikel niet echt raad mee wisten. De verklaring staat in het boek van Schönfeld: 'Nederlandse Veldna men' en is trouwens ook te vinden in J. Schraags 'Veldnamen van Texel'. In het Westfries, nauw aan het Texels verwant, komt de veldnaam 'Oeken' voor. Die naam is op zijn beurt weer afgeleid van het Hollands Mid delnederlands 'ooc' en is verwant aan het Oostfries 'ake'. Woorden als 'ooc', 'ooclant' of 'ooctiende' duiden op een 'stuk land dat bij een groter gebied behoort doch daarvan door een weg of sloot gescheiden is' (Schönfeld). Nu lag het veld 'Uke', ook wel de 'Grote Uke' genoemd, van Den Hoorn uit gezien voorbij de tochtsloot die eertijds de schei ding was tussen de polder De Wambays en De Hemmer. Dit maakt de verklaring aannemelijk: het land behoorde bij het Hoorn der gebied maar was daarvan gescheiden door de tochtsloot. Daar de Uke in een laag en drassig gebied lag, valt te ver moeden dat het hier een hooi land betrof, maar dat is niet echt hard te maken. Vlak tegen het Uke aan ligt een ander veld (in ons juni-artikel niet genoemd) met de naam 'Madje'. Een madje is een hooi land en dat gegeven versterkt het beeld van de halve ring hooilan den om de Hoornder heuvel. Tegen het Madje aan ligt een ander veld, genaamd 'Hooiland- je'. Hoewel dit ook het beeld lijkt te versterken, heeft die naam geen bewijskracht voor het Mid deleeuwse patroon, omdat deze naam stellig een moderne oor sprong heeft. Ook in het gebied ten noorden van De Mars ligt een 'Madje' dat we in ons juni-artikel niet ge noemd hebben. Het beeld wordt zo vollediger; we geven het in de bijgevoegde afbeelding (zie pag. 6), die een verbetering betekent van de in ons junistuk gegeven afb. 10. Nog duidelijker dan daar zien we de halve ring hooilanden om de Hoornder heuvel. Eén van de lezers van ons juni- artikel vroeg ons of het zuidelijk deel van afb. 10 wel correct weergegeven was. Immers, lag ten zuiden van de heuvel niet het dorp 'Oude Hoorn'? Ons ant woord daarop is: neen, naar ons vermoeden (nog) niet in het jaar 1200. De duinen waarop Oude Hoorn zou ontstaan waren toen nog nauwelijks gevormd. We denken dat Oude Hoorn pas na ca. 1300 ontstaan is en een van ons (W.J. Kikkert) heeft daar voor argumenten gegeven in een artikel in dit tijdschrift (jaargang 10, blz. 3-7, 1989). Trouwens, bij de beschrijving van de bedijking van de polder Spyk in 1350 wordt nog gesproken over de 'Ee van Noordhaffel', die volgens een beschrijving uit die tijd ongeveer op de plaats van de tegenwoordi ge hoeve Spyk in het Marsdiep uitmondde (zie Van der Vlis: 'tLant van Texsel', blz. 44). Kees de Jager Willem J. Kikkert

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1994 | | pagina 9