15 Reden genoeg voor de meeste emigranten om Ca nada niet voor hun 'lotsverbetering' te kiezen. Een uitzondering vormde Yetze Alkema, geboren in Makkum, die in 1923 vanuit Den Burg naar Ca nada vertrok. Hij was stuurman op de grote vaart. Alle jongemannen, die de Texelse Zeevaartschool volgden of hier hun hogere rang kwamen halen, noemde men toen 'Zeevaarders'. Zoals vrij veel 'zeevaarders', trouwde hij een Texels meisje, dat, in tegenstelling tot vele andere Texelse schonen, op het eiland bleef wonen. Jannette Maat kreeg hier twee dochters, Anneke en Mary. De varende vader miste zijn gezin en dat bracht hem op het idee te emigreren naar Canada. Behalve dat hij gewend was leiding te geven, sprak hij goed Engels en dat vergrootte zijn kansen. Hij vertrok in februari 1922 en kreeg een goede baan bij een grote cementfa briek, die in 1912 was gestart in St. Marys. St. Marys, aan het riviertje de Thames, had een trein verbinding. De grondstof voor cement was de rots grond die daar zo overvloedig aanwezig was, dat de kleine stad ook wel 'Stonetown' werd genoemd. Er werd bij de produktie gebruik gemaakt van een 'natte methode', waarbij water werd toegevoegd aan de brokjes ruw materiaal, dat uiteenviel waar na het mengsel werd gedroogd. Het kostte veel brandstof, maar ook daaraan was Canada rijk. In die tijd haalden zij een produktie van bijna 150.000 ton. Na anderhalf jaar liet Yetze Alkema, die een goed huis had gekregen, zijn gezin overkomen. Zij kwamen in Toronto aan met de boot. Daarna moesten zij nog een treinreis van ruim 400 kilome ter maken door de staat Ontario, die ze van oost naar west doorkruisten. Het was in de herfst en in het boomrijke gebied kleurden de bladeren. Deze zogenaamde 'Indian Summer' moet een belevenis geweest zijn. De opvang van nieuwkomers was een taak van een van de kerkgenootschappen. Nog steeds is het in Canada 'de kerk in het midden'. Bij de Kerkstraat stonden in 1923 al zeven kerken. (Fitst Baptist Church St. Marys) Het ging de familie goed. Het gezin breidde zich uit met een zoon, Jan, en een dochter, Sylvia. Toen in juni 1931 weer een kind ter wereld zou komen, achtte de dokter ziekenhuisopname zeer dringend. Sinds 1899 had St. Marys een waterto ren, een bibliotheek en een Operahouse met 800 zitplaatsen, maar voor het hospitaal moesten de inwoners naar Stradford, dat 35 kilometer verwij derd ligt. In zijn auto reed de dokter met de kraamvrouw 'one mile a minute' (96 km/u) en hij was op tijd om Kees Alkema op de juiste plaats het levenslicht te laten zien. De vader kreeg longklachten, TBC was ook daar nog volksziekte nummer 1. Sociale zekerheid was er noch in Nederland, noch in Canada. Inmiddels was de wereldcrisis, die in 1929 was begonnen, ook daar steeds sterker voelbaar en het enige dat toenam was het pessimisme. Op aandringen van Texelse familieleden keerde het gezin in juni 1932 terug. Het hoopvolle begin kreeg een triest slot: op le kerstdag 1932 overleed Yetze Alkema, 38 jaar oud. De re-emigratie na 1948 van Jan Alkema is een ander verhaal, dat hij misschien zelf nog eens schrijft. Cor Rey Yetze Alkema en Nette Maat met dochters Anneke en Mary, kort na hun gezinshereniging in St. Marys, Canada 1924) Bronnen: - Jan Alkema, London (Ontario) - Bijlage St. Marys Journal-Argus 2-5-1990 - Sylvia Stapersma-Alkema, Den Burg

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1994 | | pagina 17