11 daarop, aangevuld met andere gegevens, wordt hierna nader ingegaan. 'GEDROST' IN MAART 1880 NAAR PATERSON Vijftien volwassenen en zestien kinderen hielden Texel dat jaar voor gezien en maakten de grote oversteek. De landbouwer Marinus Flipsz Bakelaar en diens vrouw Wilhelmina Michiels de Graaf, konden goede leidslieden zijn voor de overige passagiers. Ze waren al in 1874 naar Passiac ge weest, drie van hun vier kinderen waren daar geboren, maar toch waren ze weer op ons eiland teruggekeerd. Nu namen ze ook zijn ouders mee. Flip (ook wel Philip) Bakelaar, een arbeider van het eerste uur in Eijerland en afkomstig uit Goe- deree, vierde aan boord zijn 65e verjaardag. Deze Bakelaar was toen bijna veertig jaar getrouwd met Neeltje van Es, afkomstig uit Stellendam. Er was meer familie aan boord. Maria Flips Bake laar was getrouwd met de zeeman Pieter Stark. In Eijerland waren zij ook buren van Marinus ge weest. Hun drie jonge kinderen gaven handen vol werk. Mogelijk kon de vanuit de Waal aan boord komende dienstbode Trijntje Kievit hun een hand je helpen. Arie Pietersz Hin, een 25-jarige vrijgezel, had als arbeider gewerkt bij zijn zwager, die als zetboer op Plassendaal zat. Toen die naar de Bunders verhuis de, kon Arie vertrekken. In 1882 trouwde hij met Pieternella Willems Bosland. Hoe die in Amerika was gekomen, bleef onduidelijk, want de Boslands van Texel gingen pas in 1886 naar de Verenigde Staten. Arie Hin en zijn vrouw waren in 1907 vijfentwintig jaar getrouwd en dat vierden zij in Amerika met vijf zonen: Willem, Pieter, Michiel, Joannes en Cornelis. (NTC/DII.287) Nog drie vrijgezellen waren uit Eijerland meege reisd, de arbeiders Meindert Boon, Pieter Bruin en Koenraad Kalf. Het grootste Texelse gezin was dat van Cornelis Gerbrandsz Dros (1839-Paterson 1913) en Martje Jans Kuijper. Hij was bakker geweest in Eijerland maar omdat het daar armoe troef was, zal hij er weinig brood op de plank hebben gehad. Zij namen acht kleine Drossies mee. Alleen van Jan netje Cornelis Dros (1866-Paterson 1904) werd bekend dat zij getrouwd was met A. Vijfhuizen. (NTC/DI 325) EEN REIS NAAR GRAND RAPIDS In 1888, het topjaar van emigratie, stapten in de maand maart 11 volwassenen met 12 kinderen, afkomstig van Texel, aan boord voor de grote reis. Hierbij waren: Nanning Pietersz Bremer was een 36-jarige veehouder, die in 1875 getrouwd was met Geertje Klaas Brouwer van de Everstekoog. Zij woonden eerst op de boerderij nabij de Koog, die later door de gebroeders Schumaker 'Erika' werd genoemd. Al spoedig verhuisden zij naar Spangerweg 23 en woonden op de boerderij, die van dr. Timmer later de naam 'Schiller' kreeg. Ze hadden zes kinderen mee. Alleen van hun dochter, Anna Clasina Nan- nings Bremer van 1878 weten we dat zij overleed in Michigan in 1918, nadat zij was getrouwd ge weest met Horace Goudern die in 1911 te Grand Rapids kwam te overlijden. (Bron: NTC1911/18) Sijbrand Willemsz Keijzer (ook wel Keizer), een in Waalenburg geboren arbeider, die op zijn ver trekdag zijn 39e verjaardag 'vierde' met zijn vrouw Dieuwertje Jacobs Eelman en hun dochtertje Johanna. Toen zij in 1891 weer terugkwamen op Texel woonden ze op Dijkmanshuizen [9], maar vertrokken nogmaals op 11 april 1893; Cornelis Jansz Kikkert (1858-Grand Rapids 1911) vertrok zonder gezin. Hij was in 1884 ge trouwd met Stijntje Reijers Slikker, geboren 1862 in de Zijpe. Hij was veehouder geweest in Bargen, waar hun zoon Jan werd geboren. Zij waren eerst in mei 1887 naar Oostzaan vertrokken, doch waar om hij nu alleen wegging is nog duister. (Bron: NTC1911/DD.90/BR); Pieter Willemsz Koning was geboren in 1853 in Dijksmanshuizen op de Theodorahoeve, die later bekend werd onder de naam 'Rembrandt' (even eens gegeven door dr. Jan Timmer). Pieter Koning was in 1877 getrouwd met Heintje Ijsbrands Kop pen en hij huurde de Wezenplaats voor zes jaar, waarna hij op de 'plaats van zijn vader' (Theodora hoeve) kwam. Toen deze boerderij in 1887 moest worden verkocht, ging hij alleen op pad, terwijl zijn gezin, dat bestond uit zijn vrouw en twee dochtertjes, hier achterbleef. 'Hij overleed een paar jaar later'. Dat het die familie financieel niet voor de wind ging, kwam ook duidelijk naar voren door de vermelding dat zijn jongere broer was vertrokken 'als koloniaal en van hem nooit meer iets werd gehoord'. (Bron: Bouwe Bakker, DI- 1.156,BR); Jan Willemsz Roeper, een 46-jarige veehouder, die gehuwd was met Naantje Kors Roeper, had eerst gewoond en gewerkt op Pomona. Daarna had hij op Nieuwlanderweg 93 in Waalenburg zijn bedrijf gehad. Nadat zij met hun vijf kinderen waren vertrokken, zette haar broer, Leendert, dat bedrijf voort. (BB.78.BR); De overige Texelse passagiers waren Marretje Aris Kievit met haar broer Cornelis Arisz Kievit en Dirk Cornelis Kievit, die sinds 1868 meer familie in Amerika hadden dan op Texel.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1994 | | pagina 13