10
boerenknecht', terwijl 60 keer (bijna 17%) visserij
of zeevaart wordt genoemd, 48 keer timmer- en
handwerkslieden, terwijl slechts 35 land
bouwers/veehouders hun geluk in de 'nieuwe
wereld' gingen beproeven.
Bij het onderzoek werd ook nagegaan uit welke
wijken van ons eiland de emigranten vertrokken en
daarvan werd het volgende overzicht samengesteld:
VOLW.
KIND. TOTAAL IN
Eierland/Cocksdorp
407
474 881
56,6
Den Burg e.o.
120
78 198
12,7
De Waal e.o.
57
76 133
8,6
Oosterend e.o.
46
55 101
6,5
De Koog e.o.
38
53 91
5,9
Oudeschild e.o.
43
46 89
5,7
Den Hoorn e.o.
24
39 63
4,0
735
821 1556
100
De meest voorkomende familienamen en
personen
waren:
Bakker
47
Eelman
46
Buis/Buijs
37
Bakelaar
34
Bremer
32
Tanis
29
De Blok
28
Kuiper/Kuijper
27
Stark
27
Den Bleijer
26
Totaal
333
EEN ANDERE BRON
Over Hollandse Emigranten 1820-1880 werden in
de Verenigde Staten in 1983 gegevens gepubli
ceerd voor de Amerikanen, die veel interesse
hebben voor hun 'roots'. Door Scholary Recources
Inc. te Wilmington-Delware werden boekwerken
met circa 1000 bladzijden uitgegeven, waarin de
'U.S.-Scheepspassagiers' van die periode werden
vermeld. Daarin zit veel echt speurwerk. De ver-
trekhavens, namen van schepen en klassen aan
boord, de aankomsthavens in Amerika werden
nauwkeurig opgenomen.
De personen zijn met hun -soms al verbasterde
namen- alfabetisch opgenomen, met vermelding
van hun leeftijd, hun beroep en hun plaats van
herkomst. De plaatsnamen zijn vaak verre van
volledig; sommige namen zijn onder 'Nederland'
opgenomen. Het gaat te ver om alle gegevens van
die boeken door te nemen en hier te publiceren.
Zo werden bijv. families met de naam Den Bleij-
ker, Tanis, Witte, Witvliet en Zeedijk vermeld als
afkomstig uit Nederland, terwijl uit het nieuwe
onderzoek van Van Empel blijkt dat deze soms
van Texel zijn vertrokken.
Opvallend zijn vaak de wijzigingen van de beroe
pen. De man, die vertrok als arbeider, kwam daar
soms aan als boer. Cornelis Zeedijk, een man van
72 jaar, die van hier was vertrokken als landbou
wer, kwam in 1872 in New York met de Royal
Mail Steamer 'Batavia', via Liverpool, en werd
ingeschreven als 'mechanic'. Na enig puzzelwerk,
waarbij ook gebruik werd gemaakt van andere
gegevens, kon een en ander over de transporten in
1867 worden samengesteld over Texelse 'landver
huizers'.
DE OVERTOCHT
In maart 1867 verlieten 80 mensen ons eiland. Zij
scheepten zich in te Amsterdam en Rotterdam.
Vandaar vertrok de 'Arnold Boninger of Prussia'
naar New York, waar de passagiers na enkele
weken aankwamen. De overtocht werd door de
Texelaars 'tussendeks' 3e klas gemaakt, waarbij
elke luxe ontbrak. Het gezelschap, voor zover dat
van Texel kwam, bestond uit:
een jonge vrouw, 13 gezinnen met 41 kinderen,
allen afkomstig uit Eijerland, waaronder de fami
lies van Es, Buijs, Heerschap en Halsema, arbei
ders, schelpenvissers en een smid;
van Den Burg (Warmoesstraat 15) was aan
boord de boer Willem Jansz Dalmeijer, oud 48
jaar, met zijn tweede vrouw en vier kinderen. Hij
had zijn huis verkocht aan Arnoud Pietersz Koorn;
van De Waal was vertrokken als schipper Biem
Jacobsz Salm, die getrouwd was met Dieuwertje
Pieters Wuis. Hun vijf kinderen hadden ze mee;
van De Koog was afkomstig een 66-jarige
weduwe met vijf kinderen;
Cornelis Jacobsz Dijt was 31 jaar, ongehuwd,
kwam van Oosterend, bij aankomst in Amerika gaf
hij op boer te zijn;
van de ongetrouwde Gerrit Jansz Brouwer
(1840-1930) die van Oosterend kwam, werd geen
beroep ontdekt.
Later dat jaar vertrokken nog met verschillende
transporten drie vrijgezellen en drie gezinnen met
acht kinderen, zodat in dat jaar 97 mensen zijn
geëmigreerd.
Enige andere 'echte' Texelaars werden uit het
boekwerk van Karei van Empel nagegaan en