Het Woutershok 22 Spitters en plantenjongens (verz. I. Maas) werkten als plantjongens. Er waren een aantal vaste krachten (Jan Boon, De Vries uit Den Hoorn, Jonker, Huisman, Schraag, Piet Visser, Jaap de Porto) en 6 jongens waaronder Cor Maas, Arie Koopman, Wil lem Visser. Het plantgoed moest van de kwekerij naar de werkplek worden gebracht. Dat ging in een mand die door de jongens op de rug naar -in dit geval- het Turf- veld gebracht werd. Het terrein was, als het planten begon, al voorbewerkt door de oudere mannen, de zoden weggestoken en omgespit. Het duinterrein was erg droog, zodat er speciale methoden wer den bedacht om de boompjes te laten aanslaan. Je had de 'plant- schop met aanzetter', waarbij een gat werd gegraven met de plant- schop, de aanzetter aan de ande re kant van het gat, en dan liet de plantjongen het boompje ertussen zakken, waarna dit door het aanduwen van deze twee werd vastgezet. Hierbij hanteerde de volwassen man de schop en de plantjongen de aanzetter. De boompjes waren van te voren bemodderd, zodat ze beter in het gat zakten. Op het Turfveld werd de metho de Boodt toegepast. Hierbij werd bij elk boompje een halve lange turf gedaan. Het schijnt dat het idee hiervoor bij de arbeiders is opgekomen. De bedoeling was, dat dit minder werk zou zijn dan het omspitten en verbeteren van het hele terrein, waarbij voor het jaarlijks beschikbare bedrag zo veel mogelijk kon worden ge plant. In april 1929 kwam de turf aan per schip in Oudeschild en werd met wagens naar het bos ge bracht. (NTC 13-4-1929). Totaal 90 wagens vol! Daar werd de turf tot het gebruik te weken gelegd in een speciaal hiervoor verbreed stuk sloot. De jongens moesten de turf met een vork uit de sloot halen en in een mand doen. Met 4 turven was de mand al zo zwaar, dat je hem met z'n tweeën moest sjouwen. In een gat ging een halve turf, een plantje en met het zand van het volgende gat werd het eerste gat dichtgegooid. Het jonge boompje had zo wat houvast en vocht. De afgestoken plaggen werden weer tussen de jonge boompjes uitge spreid tegen het verstuiven. (Med. Cor Bakker) Wouter was een oud-zeeman, die aan de rand van de Mient woon de, in een 'hok', dat is een zooi en huus, met een zaaituin erbij met een tuunwal eromheen, Het lag achter de tegenwoordige camping Woutershok, waar nu bos staat: in 1903 geplant en in 1977 omgewaaid. Op de stafkaart van 1863 staat op de aangeduide plek een huis getekend. 1. Westermient 2. Dennenrust 3. Hoog Koog 4. De Mient (Worsteltent) 5. boet 6. Ruuge Landje 7. Wouters Hok

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1993 | | pagina 24