Irene Maas Gré Dros 20 en Jan riep: "Vlug jongen, hij gaat een koek poepen!" Ik als de mieter mijn matrozenpetje afge zet en op het kalf af. Net kon ik mijn petje nog onder zijn gatje houden en daar ging het al. "Floerts" deed het en mijn hele petje zat vol slappe vlaai! Meer dan zestig jaar later kwam ik bij de vroegere boerderij van de Smitjes, nu omgebouwd tot een restaurant, 'de Worsteltent' geheten. En meteen zei ik tegen mijn broer Ide: "Daar stond dat kalf dat mijn petje volsch..." De meeste mensen op Texel waren protestant, maar wij zaten op de katholieke school, die daar sinds enkele jaren was opgericht. En dat was vechten geblazen, godsdienstoorlog dus. Ik was nog te klein, maar Niek en Ide heb ben wat afgeknokt. Nu was het wel weer zo, dat, als die twee kwaad op elkaar waren, de één de protestanten hielp voor een dag. De protestanten hadden een versje tegen ons: 'Roemse pape zitte te gape zitte te trille achter pastoor z'n dikke bille.' En de katholieken zongen: 'Griffemeerde ape zitte te gape bidde niet voor God maar voor de griffemeerde pis pot'. Dat waren nog eens tijden! Nu kijken kinderen hoe ze op de televisie elkaar neerknallen, of op de voetbalvelden elkaar naar het leven staan. Mijn ouders begrepen evenwel dat ze niet op Texel konden blijven nu de kinderen voor en na van de lagere school kwamen. En toen ze hem vroegen of hij naar Venray wou voor de bebos sing van De Peel en de grens streek tussen Arcen en Mook zei hij 'ja', nadat hijzelf eerst met de gemeentebesturen van Venray, Loon, Maashees en Bergen was gaan praten. Als kind snapte ik niks van alles wat er bij zo'n verhuizing komt kijken; later snapte ik pas wat dat voor mijn ouders betekend heeft. Alle meubels, bedden, kasten, kleren voor 9 kinderen, vader z'n bu reau, de schilderijen, porcelein, en dat alles op karren naar de haven van Oudeschild. Ze praat ten later nooit over alle toestan den rond die verhuizing; als je daar naar vroeg, dan zeiden ze alleen maar: 'Dat nooit weer'. Op een mooie meidag werden we allemaal in rijtuigen geladen en daar ging het op Oudeschild aan. Daar lag de schapenboot, die iedere week op Alkmaar voer, volgeladen met schapen voor de schapenmarkt. Er was ook een afdeling voor passagiers. Dat varen over het water was nieuw voor mij. Ik hing over de reling te kijken naar 't water en de golven. En daar gebeurde het: door de wind waaide mijn nieuwe matrozenmuts van mijn hoofd. Ik zag hem nog even drijven en weg was-ie! En huilen baatte ook al niet; het leven is hard, ook voor een zesjarige. Het grootste stuk van de reis ging door 't kanaal van Den Helder naar Alkmaar. En daar werd de hele familie uit elkaar gesmeten. Bij ooms en tantes ieder een paar koters. Vader was doorgereisd naar Venray, om alles te regelen en na veertien dagen gingen wij weer reizen. Voor 't eerst zag ik ene trein en ik snapte niet dat zoveel wagens zonder paard vooruit konden komen. In Am sterdam moesten we overstappen. Vader, de oudere broers en zussen moesten koffers en andere spullen dragen, moeder droeg de kleinste van 6 maanden en de rest moest elkaar aan de hand vasthouden. En maar weer verder tot Nijmegen. Ik keek mijn ogen uit naar al dat nieuws dat voorbij vloog. In Nijmegen moesten we weer overstappen en 't was of de duvel er mee speelde, juist op dat moment moest Ben van 3 jaar op de pot. Toen de trein stilstond zat meneer nog te broeden, en moest moeder de pot nog legen op de w.c. Omdat de trein naar Venray al wegreed voor alles klaar was, moesten we twee uur wachten op het perron. Ik weet het nog precies: we liepen in een lange rij en de twee grootste jongens liepen aan de kant om de troep bij elkaar te houden. Moeder zat ergens de kleine te voeden en vader hield de wacht bij de spullen. Maar aan alle ellende komt een eind en ten lange leste kwamen we op het station aan en maak ten onze eerste rit met de paar- detram op Venray aan. In de veertien dagen dat vader in Venray was, had hij het huisje van Toon van de Pasch gehuurd. In dat huisje werden wij, kinde ren uit de duinen, opgenomen tussen de kinderen uit 't land van Peel en Maas.' (Met dank aan de familie Min in Mechelen en Venray)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1993 | | pagina 22