N. Huijsman Rzn
17
(Verz. M. Stoepker)
werden gespit en in de laagten
alleen plantgaten. In 1898 werd
de Fonteinsnol beplant. In 1902
werd een gedeelte opnieuw gespit
en beplant. In 1928 doch ook nog
in 1940 stond het er slecht bij.
Een ander gedeelte van de Fon
teinsnol werd in de jaren 1905/07
gespit en beplant.
Het grootste gedeelte van het
dennenbos is wel voor 1920 ge
plant, waarna in plm. 1932/33 het
'Botgras' werd diepgespit (1.50
m) voor plm. 18,- per week. In
die jaren (crisis) waren daar soms
60 tot 80 man o.m. in werkver-
schaffingsverband aan het werk.
Het zgn. 'Botgras' is geheel
beplant met loofhout. Loofhout
werd na plm. 1915 gebruikt voor
windsingels en zgn. trekgatbebos
sing ter bescherming vooral aan
de westzijde.
De eerste 20-25 jaar bestond
hoofdzakelijk uit onderhoud.
Eerst bij het dunnen omstreeks
1929/30 kwam behoorlijk hout
beschikbaar. In het voorjaar 1930
werd 600 m3 hout verkocht
tegen prijzen van 3,- 5,-
voor Oostenrijks en Corsicaans
dennenhout; 15,- voor Pecea
alba en plm. 8,- voor loofhout,
alles per m3. Verder werd er
dunningshout als paalhout ge
bruikt en voorts als brandhout
o.a. aan de bakkers verkocht.
In de jaren 1929/30 werden ook
proeven genomen met het verko
len van dennenhout en met
succes, want er werd houtskool
van goede kwaliteit verkregen.
Slecht en onverkoopbaar hout
zou na verwerking tot houtskool
nog iets kunnen opbrengen, doch
na korte tijd zakten de prijzen
zodanig, dat verwerking niet
meer interessant was. Voorts
werd ook het creosoteren van
dennenhout beproefd, teneinde
tot een grotere afzet te komen.
Het allerbeste produkt was
echter het zaad van de Corsi-
caanse den, in hoofdzaak afkom
stig van de opstanden langs de
Rozendijk.
NA DE DERTIGER JAREN
Na de beplanting in de dertiger
jaren van het Botgras en verschil
lende windsingels, alsmede de
aanleg van de kwekerij 'Rien
sans peine' bij het 'Priesveld' is
de omvang van het bos weinig
toegenomen. Voor een kaartje
van het bos tussen de Westen en
Califoniëweg en de plaatsen en
jaren van beplanting, zie het
artikel van Adriaan Dijksen. Het
oorspronkelijke produktiebos zou
door het toenemend toerisme
een grote recreatieve waarde
krijgen mede door uitbreiding
van het loofhout.
Bronnen:
1. Historisch onderzoek naar het
beheer van bossen en natuur
terreinen op Texel door
T.W.M. Meeuwissen en C.J.J.
Wagtmans;
2. een tweetal dagboeken van N.
Min, beschikbaar gesteld door
SBB Texel, waarvoor vriende
lijk dank.
(Verz. M. Stoepker)