13
per dag NH). De andere moesten
vanwege financiële redenen gedaan
gegeven worden.
Ook werd in het begin van de
ontginning het werk gedeeltelijk
uitbesteed tegen in 1901 van
1,70 tot 1,80 voor 100 m2
spitten. Steeds was er het pro
bleem van te weinig arbeiders,
vooral in de zomer als er bij de
boer meer verdiend kon worden.
Ook schreef Min in zijn dagboek
(1 april 1901) geen jongens meer
te kunnen krijgen, zodat het
planten en verspenen vertraagd
werd en wel zodanig, dat hij een
meisje heeft moeten aannemen
voor het verspenen. Het was dus
geen wonder dat Min voorstellen
deed om geschikte arbeiders aan
de ontginning te binden en later
ook voorstelde om woningen te
bouwen. Al spoedig werden dan
ook enige woningen gebouwd en
personeel in vaste dienst aange
steld. DJ. Zoetelief bouwde een
woning in 1901 voor 1.265,-.
Onder Min werd ook geploegd
met ossen, mogelijk ook i.v.m. de
schaarse arbeidskrachten, maar
ook omdat ze op bepaald terrein
beter voldeden dan paarden. Dit
gebeurde met de zgn. Sacksploeg,
bespannen met zes ossen. Een
hieraan verbonden naam is het
'Ossenveld'.
Nog enige uitspraken van bos
wachter Min uit zijn dagboeken
in 1900:
12 maart: 'De mannen moeten
aansporen vlugger te spitten, wat
mij bij dit zware werk hard valt te
moeten doen, doch plicht gaat
boven eevoel.
18 april: 'De voorman bij het
eggen gewaarschuwd, dat hij geen
eieren meer mocht zoeken onder
het werk. Als dit weer gebeurd ben
ik verplicht hem te ontslaan.
2 mei: 'Arbeiders er op attent
gemaakt, dat zij vooral hun plicht
moeten doen en niet denken, de
baas is weg' (Min was naar Vlie
land en Terschelling, NH).
Eiste Min ijver en plichtsbesef,
hij maakte ook jaarlijks (1900 en
1901) met zijn vaste personeel
een uitstapje. Boswachter Min
werd in plm. 1910 opgevolgd
door v.d. Craats tot 1925 toen de
boswachterij de Koog, onder
boswachter Epe, werd samenge
voegd met de boswachterij Wes-
termient onder leiding van Epe.
BEPLANTING
In 1899 werd er een nieuwe bos
wachterswoning gebouwd aan de
Rozendijk en werden er twee
kwekerijen aangelegd: één dicht
bij de woning bij 'Woutershok'
en één op het terrein dat nu nog
'Het kleine kwekerijtje' heet,
samen ruim 3 ha groot. De eerste
beplanting vond plaats met
boompjes van de vaste wal, doch
al gauw met materiaal uit de
eigen kwekerijen. Hieruit is
praktisch het gehele bos voortge
komen.
Zoals reeds vermeld begon de
beplanting in 1898 bij de Okus-
richel, Okusweg, Fonteinsnol, de
Rozendijk en omgeving. Uit de
opstandlegger Fonteinsnol blijkt,
dat deze bewerkt is in 1897 d.w.z.
dat op de hoogten en tegen de
hellingen plantgaten of voortjes
1906-1907, Ploegen met ossen. Het 'Ossenveld' aan de Ploegelanderweg.
(verz. I. Maas)