9 geworden, zijn meer eikeboom pjes goed gaan groeien. LOOFHOUT Vanaf de jaren dertig werden ook percelen met alleen loofhout beplant. Dit gebeurde op een aantal lagere plaatsen die aan vankelijk tot grasland ontgonnen waren, maar enorme tochtgaten vormden. Het betreft hier o.a. de Oude Kooi, het Botgras en een deel van het Lange Stuk. Derge lijke in feite als windsingel aange legde percelen vinden we bijvoor beeld ook langs de Biesbosweg en de bosdelen rond De Koog. Voor de aanleg werd de grond bewerkt en er werd compost en kunstmest toegepast om een snel le groei te bewerkstelligen. In de Oude Kooi bijvoorbeeld werd per ha 1000 kg kalizout, 2000 kg slakkemeel, 2000 kg kalk en 40 kubieke meter compost toege past! Op sommige plaatsen werd eerst een tuinwal geplaatst om de wind te breken. Daarachter kwa men dan enkele regels meidoorn en verder werden vooral zwarte els, populieren, esdoorn en zo- mereik gebruikt. Hier en daar werden eveneens sitkasparren, zilverdennen, iepen en essen ge poot. Enkele plaatsen werden be plant met een kwart sitkaspar en driekwart zwarte els. De elzen werden er later uitgezaagd, zodat stukjes met een zuivere sitkaop- stand ontstonden (o.a. het Zwar te Bos in de Gortersmient en het voormalige kwekerijtje naast de Rovershut). Hoe snel de veran deringen in het bos kunnen gaan, bewijst dit laatste stukje. Nadat in de jaren zeventig de wind vat gekregen had op deze sitka's, zijn ze in snel tempo omgewaaid en werden de overgebleven exempla ren ernstig aangetast door luis. Enige jaren geleden heeft er kaalkap plaatsgevonden en is het perceel met zomereik beplant. LAATSTE AANPLANTINGEN De laatste aanplantingen vonden plaats in 1937 en 1938. Het is nergens precies beschreven waar om toen gestopt werd met verde re ontginningen. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog heeft ongetwijfeld meegespeeld. Niettemin schijnen er plannen bestaan te hebben noordelijk van De Koog meer duin te bebossen en ook de binnenduinrand noor delijk van Den Hoorn te beplan ten. Het besef dat duinen onver vangbare natuurgebieden zijn en het beslag leggen op steeds meer grond door de landbouw zijn waarschijnlijk factoren die bij het stopzetten van de bebossing heb ben meegespeeld. In de jaren dertig pleitte Thijsse er al voor deze gebieden niet met dennetjes te beplanten. OMVORMINGSBEHEER Inmiddels is er veel meer loof hout in het Texelse bos aanwezig dan in de jaren dertig. Staatsbos beheer is namelijk nog steeds be zig met een omvormingsbeheer. Gestreefd wordt naar een bos dat hoofdzakelijk uit loofhout be staat, met een zowel qua leeftijd als soorten gevarieerde samen stelling en dat zichzelf in stand houdt. In dit kader past het stop pen van de uitgave van sprokkel- vergunningen in het begin van de jaren tachtig. Uiteraard is het streven naar een meer natuurlijk bos, waarin houtproduktie geheel naar de achtergrond wordt ge drongen een goede zaak. Het mag echter duidelijk zijn dat na de sterke ontwatering van het ge- Maart 1974, opruimwerkzaamheden na de grote storm (verz. I. Maas)

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1993 | | pagina 11