Tessels Prate G.E. Dros 20 "Hooie in de duune, met 't hééle stel: de Prins en de bruune, ik en Pieternel. Vort peerd, lóópe! Ree de hééle zwik omhóóg en na beneeje, Pieternel en ik." In de Texelse Courant is er al uitgebreid over ge schreven, maar ik kan het niet laten om er in ons blad ook nog eens aandacht voor te vragen: het prachtige bundeltje Tesselse kinderversjes van Theo Timmer 'Kuukelehaantje Kippekont', dat in mei is verschenen. Prachtig, niet alleen om te zien met de mooie en fijne pentekeningen van Monica Maas, maar ook schitterend van inhoud. Een 'eresaluut' aan ons Tessels dialect! Theo Timmer gebruikt een mooi en speels Tessels, op een knappe en geestige manier gebruik makend van sèèggies of woorden en namen, die dan zoiets als een dubbele bodem krijgen. En altijd blijft het speels en muzikaal van taal. Sumpie Aalebes Gullepies óópe, knóópies los, biene wied en piese. Gouwe reege in een bóóg. Kom je hóóg? Bluuf je dróóg? Wiezertje weer op hollef zes; deer gaat Sumpie Aalebes! Voor ingewijden is het duidelijk: een sumpie is een piemeltje, en Sumpie Aalebes is Tessels voor 'Lulle tje rozewater'! Een poëtisch juweeltje vind ik: Na Neuwediep Me biene wille lóópe, me biene bluuve staan; een bóótje vaart na Neuwediep, na Neuwediep, na Neuwediep; een bóótje vaart na Neuwediep, deer zei je wel mee gaan. Me biene wille lóópe, me biene ben te stief; een bóótje vaart na Neuwediep en uut me óóge, lief. D'r vliege teugels om de zuud, ze skreeuwe van de Friezeman; de Friezeman, de Friezeman, deer stievere je tóóne van! Ze skreeuwe: meike, kom je ok? Want aans dan krig je óóstewiend; zo'n hufterige skraale wiend, wat zou je hier te bluuve, kiend! Vlerrekies om te vliege, en biene om te gaan; maar op de ien of aare keer, dan strieke feugels ok weer neer, en altied komme bóótjes weer bee Neuwediep vandaan. De korte 4-regelige versjes vooral zijn heel herken baar: Streeke net as Guurtje, Kuure net as Souw; jee bent een gróóte deugeniet, we houwe gróót van jou. Het volgende doet denken aan een oud aftelversje: Luuze en flooie, ies ken dooie, dooie bluuve legge, Marietje mag het segge. Een 82-jarige Tesselse zei na lezing van het boekje heel raak: "Net of ik het vroeger zelf al hoord heb." Een compliment voor Theo Timmer, lijkt me! Dus: ouders, lees ze je kinderen voor; kleinkinde ren, geef het boekje aan je ommoe en oppa, je zult ze er een groot plezier mee doen!

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1993 | | pagina 22