12. Bouwland, weiland en hooiland Kees de Jager Willem J. Kikkert 10 een ander grensgebied van de Hoornder hoogte. Dit blijkt uit het feit dat ten noord-oosten van de heuvel, in De Hemmer, ook namen bewaard zijn gebleven, die op hun vroegere funktie duiden, die van maailand. We doelen op een perceeltje dat 'maaitje' heet (zie afb. 9). Maai- tje is echter een modern woord. Het perceel lijkt echter, gezien de ligging, afgesplitst van een groter geheel, het tamelijk grote veld met de wonderlijke naam 'Uke' (1832) of 'Grote Uken' (1953). We kennen de betekenis niet, maar als het Uke een hooi land was, dan lag dit op een grensgebied tussen de Hoornder hoogte en het noord-oostelijke moeras en waterland. De ligging wordt getoond in afbeelding 9, waarin ook weer de madjes weergegeven worden die we in het vorige hoofdstukje noemden. Tenslotte verwijzen we naar De Mars: een aantal lage velden benoorden de Hoornder heuvel. Zoals reeds gezegd slaat deze naam op 'drassig hooiland'. Ook die velden werden dus als hooi land gebruikt. In een boek van KJ. Steenhou wer, getiteld 'Het Sociale Land schap', wordt beschreven hoe de landerijen in de vroege Middel eeuwen meestal lagen ten opzich te van de woonkern of het dorp. Het blijkt dat men in het alge meen het dichtst bij zo'n woon kern de akkers aantrof: het bouwland. Deze waren dus het makkelijkst te bereiken. Daar komt bij dat woonkernen vaak wat hoger lagen dan de omge ving; de bouwlanden bestonden uit wat drogere grond dan de landerijen in de verdere omge ving, die als gras- of hooiland gebruikt werden. Verder van de woonkernen vandaan, lagen de weilanden. En tenslotte, in de buitenste kring, het dichtst bij woeste grond of het water: de hooilanden, de ma den. Het kwam in het westen van Noord-Holland nog al eens voor dat deze maden dicht bij de jonge duinen lagen. Wanneer het gras hoog genoeg was opgescho- ten trok men naar de 'moadjes' om per dag een mat grond te maaien. Wat we hierboven beschreven hebben, geldt dus ook voor Den Hoorn en zijn omgeving. Het is echter niet alleen een situatie die in Holland voorkomt. Volgens Hagoort, die een studie heeft gemaakt van de Veluwe, geldt daar een soortgelijke toestand. In de buurt van Putten had men om de woonkern eerst de akkers, daarna de vaste weiden en op nog grotere afstand de heidevel den die geschikt waren voor de schaapskudden van de in een buurtschap levende boeren. We vatten in afbeelding 10 nog eens samen hoe, omstreeks 1200, de landerijen in drie brede gor dels om de Hoornder heuvel lagen. Het dichtst bij lagen de bouwlanden op het hoge land van de Geest ('geest' of 'gaast' is hoog droog land; vgl. het friese Gaasterland aan het Gassterland- se Klif). Op wat grotere afstand lagen de weilanden: de Houtko gen en Heynstadt en tenslotte, in de verst verwijderde onderbroken halve boog om de heuvel heen: de hooilanden met namen zoals de Maden, de Mars, het Maaitje en het Uke. Drie soorten lande rijen, op steeds groter afstand om de Hoornder heuvel. Zo was het in de vroege Middeleeuwen het geval bij vele woonoorden. Het blijkt dus ook zo te zijn geweest om Den Hoorn. Het is opvallend, maar niet verwonderlijk, dat hier deze landerijen alleen in het noorden lagen. In het zuiden, waar nu de Naai en de Siepers- nollen liggen, stroomde toen immers nog het Marsdiep. Bij ons werk hebben we veel steun ondervonden van prof. J.A. Huisman en prof. W.H. Zagwijn. We zijn hun erkentelijk voor vele waardevolle raadgevingen. kaart toont de vermoedelijke toestand omstreeks 1200. Met twee stippellijnen zijn de hoogte- kontouren van de Hoornder heuvel getekend De lijnen geven de 2,5 meter en 5 meter niveaus aan. Om te helpen de weg te vinden in dit kaartje, hebben we ook nog enkele van de tegen woordige wegen ingetekend In de afbeelding duiden golfjes op water; korte streepjes op schor ren of drassige grond Vertikaal gestreept: het bouwland van de Geest. Horizontaal gestreept: de weidegronden Houtkogen en Heynstadt); gestippeld: de hooilanden. Het oude Clijf met omge ving was een mooi voorbeeld van een typische vroeg-middeleeuwse woonkern met omgeving.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1993 | | pagina 12