11. Maailanden om de
Hoornder Heuvel
9
Afb. 9. De ligging van de Maden, de Mars, het Uke en het Maaltje ten opzichte van Den
Hoorn. De situatie in 1832. (Kaart ontleend aan Schraag: Veldnamen van Texel.) Rechts op
de kaart, benoorden de tochtsloot, twee velden genaamd 'Uke' en ten zuiden van de sloot
'Maaitje'. Of deze drie velden ooit een geheel zijn geweest, is niet zeker: de tochtsloot was
eertijds de begrenzing van de polder 'Het Wambayser langs liep de Kerkedijk.
grond in die tijden. Dit zijn de
maden. In een geschrift uit ca.
1105-1120, afkomstig uit Eg-
mondse bron, wordt geschreven
over een hooiland, genaamd
'Waddingmade'. De taalkundige
Rentenaar die dit stuk besprak
zegt hierover: "De maden vorm
den de oude hooilanden in
Noord-Holland."
We kunnen hieraan toevoegen,
dat dit ook zo was in de omge
ving van Den Hoorn. De naam
'mad' of 'madje' is hier namelijk
behouden gebleven tot in onze
eeuw. We doelen hier op een
aantal percelen, keurig op een
rijtje gelegen, dicht bij de tegen
woordige duinrand langs de
Rommelpot, die alle de naam
'mad' dragen. Hun namen waren:
'matje', 'madje', 'matje onder
duin' en 'klein matje'. De hierbij
getekende kaart (afb. 8) toont
waar deze 'madjes' gelegen
waren: ten noord-westen van Den
Hoorn, langs de huidige Rom-
melpotweg. We zullen ons hier
Afb. 8. De ligging van de Maden ten opzichte
van Den Hoorn. De situatie geldt voor 1832.
(Kaart ontleend aan Schraag: Veldnamen
van Texel.) Linksboven op de kaart liggen de
vijf madjes: eerst van boven naar onder:
Matje onder Duin, Klein Matje, Matje onder
Duin en Madje met een 'dj en rechts daar
van: Matje. De kronkellijn is een beekje.
Onderaan ligt Den Hoorn. Of dit laatste
Matje ooit met de andere Maden verbonden
is geweest, is waarschijnlijk niet meer te
achterhalen.
niet te veel bekommeren om het
verschil tussen de 't' en de 'd': er
waren vroeger geen strikte schrij
fregels en men schreef vrij wille
keurig een -t of een -d aan het
eind van een woord, geheel naar
eigen voorkeur. Aan de schrijf
wijze van het woord mogen we
dus geen interpretatie vastkno
pen.
Waar echter wel wat over te
zeggen is, is de uitspraak van het
woord. Er zijn in het Texels twee
verwante woorden die op elkaar
lijken. Het woord 'mat', zoals dat
bijvoorbeeld voorkomt in 'Klein
Mat' (Klimmat, Klemat) is een
oppervlaktemaat: het is een stuk
land dat zo groot is dat een
maaier het in één dag kan maai
en. Dit woord wordt in het
Texels als 'mat' uitgesproken.
Ook in het tegenwoordige Ne
derlands kennen we dit woord:
een dagmaat is zoveel als een
maaier in een dag kan maaien
(Huisman). Dit is ongeveer een
halve hectare. Het andere woord,
'mad', wordt in het Texels als
'moad' uitgesproken. Dit is
hooiland. De madjes die hierbo
ven genoemd werden, waren
dergelijke hooilanden: 'de moad-
jes'.
In de tegenwoordige schrijfwijze
is er dus wel degelijk verschil
tussen de twee woorden:
-mad (uitgesproken 'moad')
hooiland
-mat (uitgesproken 'mat')
oppervlaktemaat
Er is een Texelse uitdrukking,
een 'sèèggie' dus, waarin het
woord mad ook voorkomt. Van
iemand die al bijzonder vroeg
aan zijn werk begonnen is, zegt
men wel: "Hee staat in 't moad".
Deze uitdrukking is kennelijk
afkomstig van de grasmaaiers, die
immers al voor dag en dauw met
hun werk beginnen.
We gaan ons nu bezighouden
met de oude hooilanden ten
noord-oosten van Den Hoorn:
die in De Hemmer.
De 'maden', hooilanden, kwamen
niet alleen voor achter de duin
rand. Ze kwamen ook voor in