Reactie Onderstaande aardige reactie ontvin gen we van de heer de Jager uit U trecht. Geachte mevr. Dros, Ik heb met belangstelling uw stukjes gelezen over het "Tessels Prate". Het liedje "Kampie" werd in mijn jeugd in ons gezin veelvuldig gezongen als we onderworpen werden aan het voor kinderen zo vervelende, harenkam- men. Op onze beurt hebben we het met onze kinderen gezongen en ik weet, dat mijnkinderenhet ook weer gezongen hebben als de haren van hun kinderen gekamd moesten worden. Ditlied leeft dus nogIk leerde een iets andere tekst dan die welke in rtr. 13December '89 staat. Namelijk: Kampie Kampie gaat zacht deur 't heer Doe mien lieffe Keessie gien seer Aars dan gooie we 't kampie neer Bute de deur, Regen en wiend Keessie is Moessie's liefe Waarop de gekamde hard uitriep: "KIEND De naam van het kind moet natuurlijk op de juiste plaats ingevuld worden. Een ander lied, dat bij ons, onze kin deren en kleinkinderen geregeld ge zongen werd/wordt is "Roei - an - roei - an". Het is een soort slaap- of troostliedje. Het kind wordt op schoot genomen en al heen en weer wiegend wordt gezon gen: Roei-an, roei-an, met ölcman, Naar Oompie toe, Naar Peetje toe, Oompie en Peetje int bóótje en appels in Keessie sien schóó—tje. Dit laatste lied heb ik niet aangetrof fen in Anneke Paagmans boek, noch ergens anders. Ook "Kampie kampie" staat niet in dat boek, zoals U terecht opmerkt. Nu Anneke klaar is met de Hoomder Kroniek zou ze dit boekje misschien eens kunnen herzien; er staan veel niet-Texelseliedjes in, wat jammer is. Met vriendelijke groeten, C. de Jager. Reactie Reactie op het stuk van Karei van Empel over de kloosters op Texel. In het vorige nummer stond een stuk over de kloosters op Texel van Karei van EmpelDaarin trekt hij de konklusie dat het Luden- kerke-klooster van de Tempeliers in Den Burg moet hebben gestaan. Met die konklusie ben ik het niet eens, allhans niet op de gronden die van Empel er voor aanvoert Misschien heeft hij desondanks gelijk, maar mij is niets bekend van bijv. opgravingen in het cen trum van Den Burg, waarbij res ten van het klooster zijn gevon den. Het zou trouwens best een houten klooster kunnen zijn ge weest en dan wordt het al hele maal moeilijk om ooit te weten waar het gestaan heeft. Ik weet niet hoeveel hout er in die tijd op Texel was, noch of de aanvoer, als er weinig of geen hout was, ge makkelijk geregeld kon worden. Daarbij komt nog dat de "duisent- driehondert ende X" uit de ar chiefstukken niet alleen betrek king hebben op de Texelse Tem peliers. Dan was er wel een heel groot klooster nodig. Het ging echter om een "dependance" en ik schat dat als er 30 monniken waren, het al een zeer royale schatting is. In archiefstukken is sprake van het uitroeien van de monniken en dat is voor van Empel een argu ment om het klooster in Den Burg te plaatsen. Alleen als ze er dage lijks mee te maken hadden, wer den mensen zo kwaad, dat ze de energie en de moeite zouden opbrengen om monniken uit te roeien. Wie zou zich druk maken om figuren die ergens achteraf, mis schien wel in de duinen, zoals v.d. Vlis suggereert hun kloostcrbc- drijf runnen Zo logisch als het lijkt, is het echter niet. Tempeliers waren van oorsprong de bewakers van de tempel in Jeruzalem, die tijdens de kruistochten veroverd was op "De Moor" of "De Turk". Het waren veelal ridders, soms zeer vooraanstaande, die lid van de orde waren. Dat betekende een aanzienlijke wereldlijke macht en rijkdom in de orde. Daarbij kwamen de geheime or deregels, die de kerkelijke macht (de Paus en de Kardinalen) wei nig greep op de orde gaven. En de Paus had toch al wat macht verlo ren door zijn gedwongen verhui zing naar Avignon in 1309. Dus het was geen wonder, dat de we reldlijke macht in de persoon van de koning van Frankrijk en de kerkelijke macht veel aan gelegen was om de orde der Tempeliers aan zich te onderwerpen. Het was een verbeten en meedo genloze strijd. De Tempeliers werden voor ketters uitgemaakt en hun werd een zondige levens wijze toegeschreven al dan niet met een grond van waarheid. Zuipen als een Tempelier of als een ketter komt hier vandaan. Rond 1310 werd de strijd beslecht en dolf de orde der Tempeliers het onderspit. De monniken werden uitgeroeid: het gewone volk had er dus weinig mee te maken en het argument van van Empel is dus niet erg steekhoudend. Bij een be slecht pleit is het voor de hand lig gend, dat Graaf Willem z'n kans greep en het monnikenland al dan niet met klooster, konfiskeerde. Met klooster lijkt het meest lo gisch, want om het voor het behe ren en bewerken van het land, dat bij het Gerritsland en misschien nog verder lag, dagelijks heen en weer te sjouwen van Den Burg, is niet erg efficiënt. Het ging im mers niet om een hoofdklooster, want dat lag bij Harlingen, maar om een kleinere eenheid, die bedoeld was voor het beheer van de landerijen. 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1992 | | pagina 5