van De Veen. Na haar overlijden in Tienhoven in
1796, ging hij in De Waal wonen en stierf daar ook
in hetzelfde jaar.
Een andere huurder in Tienhoven was Dirk Pietersz
List, geboren in 1764 en in 1790 getrouwd met
Neeltje Kors List. Hij woonde als boer op Tienhoven
in 1811 maar ook zij vertrokken naar een huurhuis in
De Waal waar hij in 1812kwamteoverlijden, terwijl
zijn weduwe er nog lang woonde.
In 1828 kon het boerengebouw van Neeltje Dijksen
worden gehuurd door de, uit de Waal afkomstige,
Dirk Meijertsz Boon (1799 - 1830), die in dat jaar
trouwde met Risje Maartens Roeper, boerendochter,
geboren in de buurt van Oosterend, maar haar moe
der woonde inmiddels als weduwe in De Waal.
Het spreekt voor zich, dat deze huurders steeds van
derden veel land moesten bijhurcn, omdat bij de
plaats geen land van Neeltje Dijksen was. Zij bezat
slechts een perceel van een en een kwart hectare, dat
lag aan het einde van de Burenweg. In 1832 her
trouwde deze Risje Roeper met Nan Comelisz B oon
een zelfstandige boer op Oost, waar zij toen ging
wonen.
Ook dit oude gebouw is later verdwenen.
Bronnen:
Veldnamen van Texel ('Krl- 7 en 13)
Qemeente Archief Texel
Uibliolheekjhlist. Vereen. Texpl
(Dijt en (Dijt 1970 en 1973
Texel, Oktober '92
Cor Reij.
Dit artikel is een deel van een onderzoek dat
wordt uitgevoerd - in samenwerking met o.a..
Karei van Empel en Kees Hogerheide - over
"Boerderijen op Texel, geschiedenis en naam
geving", hoofdzakelijk de periode vanf 1830 tot
heden de aandacht krijgt. Voor een eventuele pu
blicatie moeten nog zeer veel ge-gevens worden
opgespoord en verwerkt.
Alle bijdragen hiervoor zijn zeer welkom. Van
alle stukken die ter inzage worden gegeven,
wordt een copie gemaakt en de originele zullen
zo snel mogelijk worden teruggestuurd. Voor
medewerking hieraan, bij voorbaat hartelijk
dank.
"EEN OPEMOLE MIT EEN GIEUWGAW"
("er gunstig voorstaan")
Onlangs zei een nog jonge (Oosterender) verkoper,
ineen winkel in Den Burg terloops tegen me: "Fonéé-
ved gane wee 't Molespel weerders doen"
Daarbij voegde hij een knipoog, die suggereerde dat
ik wel wist wat hij bedoelde. Inderdaad, enige jaren
geleden bracht iemand op een avond van de dialect
groep het spel mee (op de achterkant van een dam
spel) en hebben we om beurten het spel gespeeld.
Toch had ik niet gedacht dat het nog in de Texelse
huiskamers gespeeld zou worden. Vroeger bestond
het sèèggie: "Een mole mit 'n gieuwgaw", hetgeen
betekende, dat men er goed voorstond. Het heeft
echter niets te maken met het molenaarsbedrijf.
17
Een (oopc) mooie mit 'n gieuwgaw.
Volgens hetMidd.Ned. Woordenboek is negenstuc-
ken (of molenstukken) een spel met 9 of 12schijven
of stenen. Nog een andere benaming is marellinge of
morellinge.
De volkskundige G. Beex heeft rond 1930 o.a. gege
vens verzameld over een spel dat zeer in trek was ten
zuidwesten van Eindhoven. Dit molenspel of negen-
stek, bestond uit een plank met gaatjes, waarin stok
jes werden gestoken. De 2 spelers moesten proberen
als eerste 3 stokjes op een rij te krijgen. Een bepaalde
goede positie werd aangeduid met de term "klip
klap" en nog beter was een zgn. open meulen. De
uitdrukking: "een klipklap met een open meulen"
betekent dat iemand er goed voorstaat.
We zien hier de overeenkomst met onze uitdrukking
voor een goede positie in het molenspel of negestik-
ke: "een (ope) mole mit 'n gieuwgaw"
Het molenspel was zo populair dat, wanneer er geen
plank en stokjes voorhanden waren, menditnaboot-
ste op b.v. het papieren tafelkleed, met propjes papier
i.p.v. stokjes. Wanneer menbui ten was, tekende men
de figuur in het zand en gebruikte steentjes of stokjes.
De speelgoedfabrikant Ravensburger heeft ooit een
damspel uitgegeven met aan de achterkant daarvan