5 6 Hier stonden twee woningen of woongedeelten, die waarschijnlijk nooit als boerenbedrijven zijn ge bruikt. De eerste werd voor 1742 bewoond door Simon Jacobsz de Bleker. In 1750 was hij niet aanwezig toen de, door Baljuw Huydekoper aange stelde, personen hem wilde "beschrijven". Deze ar beider leefde nog in het Burgernieuwland tot 1766. De andere woning stond in 1742 leeg en in 1750 woonde daarin de "schapenmelkster", Frouwtje Maartens met een kind van Maarten Klaasz Mantje, dat daar in 1752 is overleden. De geschiedenis kan vreemd zijn en veel vragen oproepen, Maarten Klaasz Mantje, die leefde van ca. 1725 tot hij in 1785 in Ongeren overleed, was ver voor 1750 de eerste maal gehuwd met Vrouwtje Alberts Visser, overleden voor 1750. Hij woonde toen in 1750 als alleenstaande boer in de Warmoes straat, terwijl hij, zijn kind en de genoemde Frouwtje hadden kunnen wonen in de Koger- straat, omdat daar tot in het jaar 1752, in zekere welstand, zijn vader, de grootvader en haar man, Klaas Dirksz Mantje zijn boerderij had. Ruzies en echtscheiding ook al in 1750 Frouwtje Maartens overleed zonder enig bezit in Den Burg in 1776. Was zij een dochter van Maarten Dijker, de "weesmeester" in 1682 en een zuster van Anna Maartens, de eigenares van de onder nr. 4 vermelde boerderij Een van de woningen kan van ongeveer 1753 tot 1772 zijn gebruikt door de - vermoedelijk ongehuw de - Dirkje Dirks Oostinje. Voor die tijd was zij inwonend bij haar vader op de boerderij nr. 7. De doopsgezinde familie Kors Bakker kwam uitge breid voor in Tienhoven, terwijl in 1742 en 1750 in Spang gevestigd was een welvarende boer, Kors Pietersz Bakker, die getrouwd was met Martje Jans Dijksen en samen hadden zij drie kinderen. Het bij zondere is, dat zij beiden zijn gestorven in Tienho ven,Deman in 1764 en de vrouw in 1760. Zij werden niet vermeld bij de familie Kors Bakker, (van Tien hoven). (DII.blz.18). Zij leefden nooit in armoede en het is mogelijk dat zij op hun oude dag naar een van de woningen in Tienhoven trokken, terwijl het destijds gebruikelijk was dat zij dan in De Waal gingen wonen. Van kinderen van dit echtpaar werden alleen gevon den: - Aagje Kors Bakker (1740-Waal 1816), die huw de in 1766 met Pieter Jansz Blauw, die boer was Op de Wijde Blik in Spang. Vader Jan Blauw was boer ...(in Oosterend,) zodat vermoedelijk Kors Pietersz Bakker voordien "de Wijde Blik" beboerde. - Harmpje Kors Bakker, overleden in Den Burg in 1790, die in 1764 trouwde met Albert Ariensz Pruijm uit Egmond. Zij woonden onder andere in Gerritsland en een van hun dochters trouwde met een zeeman en de andere in 1793 met Jacob Klaasz Vermeulen (1756-1814). De naam Harm pje kwam terug op Tienhoven, toen hun dochter de pachtster was van de boerderij nr. 1. In 1781 overleed in Tienhoven de enigszins vermo gende Antje Sijbrands, die in 1713 was geboren. Haar achternaam en eventuele huwelijk is (nog) onvindbaar. Vermoedelijk was zij een kind uit de schecpvaartfamilie Vos van Den Burg en was zij een zuster van Cornelis Sijbrandsz Vos. (Wie weet meer In 1810 werd aan een van de woningen of bouwsels op die plaats nog een "Napoleontisch" nummer (N 45 De Waal), toegekend, doch het volgende jaar werd in een acte145" gebruikt voor een sterfgeval ten huize van de boerderij nr. 6, die destijds N 46 De Waal was. Hoewel alle bouwwerken ookb.v. de schapenboeten zo'n nummer kregen zou hieruit kunnen worden ge concludeerd, dat in het jaar 1811 die woning is verdwenen. In de periode tot 1830 had alleen deze boerderij in Tienhoven een naam, die al in 1718 werd genoemd als "Iselestein". Waarschijnlijk was die ontleend aan een vrouw, later werd dit ver vormd tot "IJselstein" zodat verband met de rivier te ver gezocht lijkt. Die eeste vermelding kwam toen daar "een blauwe maandag" de zeeman Pieter Maartensz Reij inwoonde. Of hij daar probeerde boer te worden - net als velen uit zijn familie - valt niet te achterhalen; in ieder geval vertrok hij zeer spoedig naar de Nes. Waarschijnlijk woonde hier als eerste bekende boer, Kors Bakker met zijn vrouw, Neetje Pie- ters, die daar 4 kinderen kregen: - Pieter was de oudste zoon, die voor het jaar 1735 een eigen "plaats" kreeg (nr. 3) - Jacob de andere zoon, werd rond 1745 de boer op nr. 4. - Martje Pieters Bakker trouwde met Gerrit Arisz Eelman, die tot 1777 boer was in On geren. 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1992 | | pagina 17