In 1807 kwam een einde aan het lange leven van de eigenaar, Pieter Augustijnsz Dijksen en 14 dagen na hem overleed zijn derde vrouw. Zij lieten vijf kinde ren na. Toen werd de boerderij overgenomen door Pieter Jacobsz Dijksen (1755-1840) een van de rijkste mensen in De Waal en ook een van de meest krasse, die in 1830 nog zijn eigen bedrijf voerde en zijn plaatsen verhuurde of beheerde. In 1823 werd de huurder van Tienhovcn 16 Dirk Cornelisz Boon (1795-1829) uit Waalenburg, die in 1823 was getrouwd met Harmpje Jacobs Eel- man(1798-1846) wier grootmoeder, Harmpje Kors Bakker, in Spang kan zijn geboren. Na het overlijden van haar man bleef Harmpje Jacobs Eelman, met hulp van een inwonende knecht, Lodewijk Reijersz Eelman, het bedrijf runnen tot in het jaar 1837 zij haar tweede man trouwde, Jacob Jacobsz Schoen, geboren in 1801 en die voor zijn huwelijk werkzaam was bij de weduwe van Jacob Cornelisz Wuis op Aurora aan de Kogerweg. Tienhaven 16, (nr. 1 op de kaart)genomen vanuit de Homendijk na de herbouw in 1924. ©e 'on-Te%else hangar' van 1936 is niet zichtbaar. 9-[etgebouw wordt nu niet meer agrarisch gebruikt. Op deze plaats staat nog een boerderijdie nu bekend is onder de naam C. A. Keijserhoeve op Tienhovcn 10 voor 1936 werd deze genoemd "de plaats van Kikkert", naar een huurder. Het huidige gebouw is van 1936, naar tekening van de architect C. Mooy te Schoorl, die een gebouw met rieten kap had ontwor pen, te bouwen voor rekening van C.A. Keijser. Omdat in die jaren veel boerderijen waren verbrand, werd de vergunning verleend onder de verplichting rode verbeterde Hollandse pannen te gebruiken. Ook dit gebouw is het derde op dat bedrijf. Het eerst bekende stond aan de "Burenweg", de nu nog be staande doodlopende weg, die tot 1953 Laagwaal- dcrweg werd genoemd, heette toen nog Laghewaals- of Holle weg en in 1830 nog de Kaai weg. De te achterhalen historie begint in 1742 waar de telling vermeldt: "Trijn Jans een boerin, vier perso nen. Houdt paard en wagen tot haar werk". Zij was de weduwe van Lammert Maartensz Dijker, die in 1695 geboren was en naast zijn bedrijf ook optrad als Doopsgezind leraar. Tienhoven was zeer lange tijd een "doopsgezinde enclave". Ook na 1830, het afsluitingsjaar van dit artikel waren de bewoners lidmaten van die kerk, terwijl zich practisch hier geen mensen van een ander geloof vestigden, de kerkgemeenschap bezat hier "los land" en later de bekende boerderij "Menno-hoeve" nr. 3. Rond 1850 komt Tienhoven veelvuldig voor in de dagboeken van ds. Huizinga, die uitvoerig zijn voettochten naar dit gebied beschrijft. Hij vertelt over de bewoners en hun bereidheid hem te ver voeren met paard en wagen als hij naar verder gelegen plaatsen, zoals Oosterend moest. Lammert en Trijntje hadden, buiten de zoon Maarten, meer kinderen: - Maartje Lammerts Dijker, die ongeveer 1747 trouwde met de Oosterender boer Jacob Sij- brand Bas (1719-1777), die de naam meekreeg van zijn moeder, terwijl zijn vader Koning, alias Keijser heette. - Neeltje Lammertsz Dijker was de eerste vrouw van Pieter Augustijnsz Dijksen (1725-De Waal 1807). Voor 1750 werd Trijntje Jans opgevolgd door haar gehuwde zoon, Maarten Lammertsz Dijker. Waar schijnlijk was Antje Willems zijn eerste echtgenote en die is in 1752 vanuit Tienhoven begraven. Hij hertrouwde in 1753 met Neeltje Pieters, die binnen vijf jaren overleed. - Antje Maartens Dijker overleed in 1773 op Tien hoven. - Maartje Maartens Dijker, die voor 1786 is overle den, trouwde in 1774 Albert Dirksz Keijser (1748- 1827). Hun dochtertje overleed, in het geboorte jaar. - Grietje Maartens, een andere dochter, was onge huwd op de boerderij gebleven en zij verzorgde na het overlijden haar moeder of stiefmoeder, in plm. 1757, het huishouden voor haar vader, tot zij beiden in 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1992 | | pagina 14