TIENHOVEN
Boerderijen, eigenaren en bewoners tot 1830
maakte foto's die men dan de volgende week kon
ophalen. In datzelfde jaar was hij ook gerechtigd om
jachtgeweren en munitie te verkopen. In de 30cr
jaren zien we ook ansichtkaarten van de Tex. Cou
rant waarop vermeld staat "Foto Zuidema".
Zelf liet hij van zijn foto's geen ansichtkaarten maken
maar verkocht wel veel foto's die men soms ook
verzond de zgn. Foto-kaarten. In de rij van fotogra
fen/ansichtkaartenuitgevers die iets van onze ge
schiedenis fotografisch vastlegden behoort zeker
ook JILDERT ZUIDEMA, geboren in Zweins en lot
kort voor zijn overlijden wonend in zijn huisje "De
Halter", Hoofdweg E 42a
Met dank aan zijn zoon J. Zuidema, Den Burg, voor
informatie en foto's
N. Huijsman Rzn.
De Koog, Texel, Nov '92
Tussen Den Burg en De Waal ligt sinds 1350 deze
kleine polder als een fraai en vruchtbaar stukje van
Texel. Het werd ten noordwesten begrensd door de
- tot 1858 - onverharde - Waaldcrweg, ten noorden
lag een gedeelte van de Waalenburgcrdijk, die de
verbindingsweg was naar het dorp De Waal.
Meer noordoostelijk lag de Langhe Wacl, ten
zuidoosten daarvan de Polder Oosterghcest - voor
het deel, dat Dijkmanscoogh werd genoemd - en
verder De Hal, terwijl aan de zuidzijde de grens lag
met de Jan Aijeslooten Ongeren, welk gebied later
de naam De Mars kreeg. De boerderijen, waarvan in
het begin van deze eeuw nog vier van het echte
Texelse type aanwezig waren, stonden alle op het
hoge westelijke deel van de polder.
Tienboven in 1920 met vanünké naar rechts,
de boerderijen 9{r. 4, ü\[r. 3, en 9jr. 2 (zie plattegrond)
Bij de opmetingen in 1561 werd de grootte op ruim
145 ha. vastgesteld en dit is gebleven tot rond 1950,
toen de scherpe bochten uit de Waaldcrweg werden
gehaald en Tienhoven aan de zuidzijde werd ver
groot met enige percelen land, waarop tot 1923 de
molen had gestaan. De molenaarswoning met een
schuurtje en nog een woning waren toen daarop
overgebleven. Door het vergraven van de afwate-
ringssloot, de Jan Aijcsloot, die nu parallel loopt tuin
de Kadijksweg, werd het oostelijke en lage deel
van de oude polder volledig afgesplitst.
Bestuurlijk was Tienhoven in 1721 eenvande28
Gemeenschappelijke Polders en werd samen
met Polder De Waal en Dijkmanskoog verte
genwoordigd door "Poldermeesters". In 1788
was voor het gehele gebied maar een polder
meester, Hendrik Willemsz Boon, die leefde van
1745 tot 1816.
Nadat in 1792 ook doopsgezinde boeren in de
besturen kwamen, werd hij bijgestaan door Arie
Cornelisz Dijksen, die geboren was in 1751 en
tot 1803 tevens diaken was van de Verenigde
Gemeenten der Mennonieten van Den Burg, De
Waal en Oosterend. Zij woonden niet in Tienho
ven, doch de laatste was, via zijn familie daar,
van het wel en wee voldoende op de hoogte.
Het inwonersaantal bedroeg in 1742 26, terwijl
in 1750 dat was teruggelopen naar 24, waaron
der 4 kinderen. In 1830 werd Tienhoven be
woond door 22 personen, waaronder 6 kinde
ren.
De naam doet vermoeden dat in dit gebied
oorspronkelijk tien boerderijen zouden hebben
gestaan, maar ook kan het zijn dat in het verre
verleden van tien "hoefeenheden" werd uitge
gaan, een soort "bestemmingsplan", zoals dat
ook elders gebruikelijk was. Danwasdit metl4
ha. per hoeve voor destijds ruim bemeten.
Met etymologische fantasie kan men denken
aan "teen" of riet, dat ongetwijfeld de eerste
begroeiing daar is geweest. Het aantal van tien
hoeven werd niet teruggevonden.