DE SOMMELTJES: AARDMANNETJES bij de SOMMELTJESBERG
5
LK MOX TIC U-IJS SOMMX SOMMK
yrtïs du viünue 3>E
llit: '(Beschrijving van 'Lenige Oudheden' doorLieter van Cuyc
In vorige nummers van dit blad
is de Sommeltjesberg wel eens
besproken, een ronde kunstma
tige heuvel, die eertijds bij De
Waal heeft gelegen. De "berg" is
nu geheel afgegraven, zo goed
zelfs dat de juiste plaats ervan
niet meer bekend is. In het boek
van Van Cuyckuitde 18e eeuw
staat echter een goede beschrij
ving van de toen nog pas ge
deeltelijk afgegraven heuvel.
Ook worden daarin enkele
voorwerpen beschreven die in
de berg gevonden waren. Van
Cuyck oppert dat de berg een
oude grafheuvel was uit de
Romeinse tijd. Ik heb in een
vroeger nummer van dit blad
een verband proberen te leg
gen tussen het Romeinse woord
"tumulus" dat grafheuvel bete
kend en de naam "sommeltjes
(berg). "Tumulus" zou dan via
"tommelt" (een Vlaams-Belgie
voorkomende verbastering van
tumulus) in de loop der eeuwen
vervormd kunnen zijn tot
"sommelt" en zo tenslotte tot
"sommeltje".
Daarom werd mijn belangstel
ling gewekt toen ik in het on
langs verschenen boek "Repor
tages uit Nederland" van Geert
Mak (uitg. Prometheus, Amster
dam, 1991) een herdruk vond
van een artikel uit Mei 1845.
Daarin beschrijft de dominéé
Otto Heldring een reis die hij
maakte van De Cocksdorp naar
Wieringen. Daar bezocht hij
onder meer een oud romeins
grafveld. Ik neem hierondereen
stuk uit zijn relaas over:
In Koksdorp vonden wij een be
jaard schipper, die ons naar Wie-
ringen wilde varen. Van het noor
delijkste gedeelte van het Eier-
land hebben wij metgunstige, maar
hevige wind de tocht hier-heen
afgelegd.
Verbeeldt u ons thans in een klein
schelpschuitje, waar voorin een
hokje, met brandend vuurtje, een
mast met twee zeilen en achterin
wij met de schipper, op wiens
gelaat vriendelijkheid en hartelijk
heid liggen uitgedrukt.
Daar varen we weg, slechts met