3 het klooster in Den Burg en werden de bewoners om hun losbandig leven ("zuipen als een tempelier' ver oordeeld. Waarschijnlijk werd met het uitroeien van de monniken ook het klooster verwoest en de Graaf pikte ook deze grond in en liet op deze plaats hel huis voor zijn rentmeester bouwen, dit laatste waarschijnlijk Verder verrees hier, vermoedelijk na 1415, het eerste "dinxstal", dat later recht- of raadhuis werd genoemd en na 1425 het huis, dat voor Jacoba van Beieren werd gebouwd. (G.A.T. no. 1205). Wat het raadhuis betreft, ben ik het met van der Vlis ('t Land van Texsel, blz. 80) beslist oneens, dat het raadhuis, op de Vismarkt naast het Schouthuis, het eerste raadhuis van Texel zou zijn. In het Texels Memorial van 29 Augustus 1611 (G.A.T. no. 2) staat het volgende: Tnt jaer ons Heer en xotC encte elf in de moent 3unyus ts kb) de Heer en Gerechte bij de meeste stemmen geresofveert encte bestoten, ats dat er soude geboutvt ende gemaecfct worden een nieuwe vierschare, atsoe die vant Texet wel drge ofte vier jaren hadden geweest sonder vierschare, soe is Er was dus voor die tijd ook al een rechthuis, alleen stond dat niet op de plaats, waar dit nieuwe kwam. Daar lag de grond namelijk braak en werd door de "Heren van de Rekenkamer".bij wijze van subsidie, aan de "Gemeente" geschonken. Het Schoutshuis zelf werd later gebouwd (1614 want de rentmeester (schout) woonde, na de dood van Jacoba van Beieren in 1436 in haar huis. Toen het latere Agnieten-klooster, dat gewijd was aan Sinte Agnes, ontstond, was er naast de kerk geen plaats meer, omdat het terrein was volgebouwd. Het klooster kreeg een plaats aan de andere kant van "des Balliuws gaerde", op de tegenwoordige hoek Burgwal-Parkstraat. De nonnen (begijnen) leefden volgens de derde regel van St. Franciscus, waren dus tamelijk vrij in hun opvattingen en hielden zich bezig met armenhulp en ziekenzorg. Het is niet bekend wanneer dit klooster is ontstaan. In Monasicon Batavum (Schoengen 1941/2) wordt vermeld, dat er in 1438 al een klooster was; de eerste brief in het Gemeente-archief is gedateerd 5 Februari 1440. Als mijn bovenstaande veronderstelling juist is, werd het gebouwd tussen de jaren 1425 en 1438. Evenmin is bekend of het een groot klooster is geweest. In ieder geval liep het aantal kloosterlingen na 1554 terug. In 1569 waren er slechts 9 in aantal, terwijl in 15 jaren niemand had verzocht om in 't klooster te worden opgenomen. De godsdienstige woelingen na 1566 (Beeldenstorm) deden de kloosterdeur voor goed dicht. Alle overgebleven nonnen waren in Augustus 1569 - al of niet vrijwillig - overgeplaatst naar het Sinte Barbara-klooster in Leiden. Het gebouw en de ondergrond werden daarna eigendom van de "Staat".In Maart 1571 vielen de Watergeuzen Texel binnen en verwoestten verscheidene gebouwen, waaronder de kloosterkapel en het huis van de Schout. Deze betrok daarna het verlaten klooster. Burgemeesters en schepenen hadden echter andere plannen met het gebouw en wilden het bestemmen en inrichten als weeshuis. Kemp Albcrtsz. en Hendrick Aelbertsz., twee burgemeesters, trokken naar Den Briel om de Prins van Oranje dit te verzoeken. Op 15 September 1573 kregen zij inderdaad die toestemming en al spoedig werd het "Coehuys" ingericht als weeshuis. De Schout bleef echter in het eigenlijke klooster wonen tot zijn huis aan de Vismarkt was gebouwd. Daarna werd het hele gebouw als weeshuis in gco.vik genomen. Het werd talloze malen verbouwd, maar bleef als weeshuis in gebruik tot de brand in Januari 1940. In April 1945 werd tijdens de "Russenoorlog" het gebouw door granaat-inslagen zo ernstig beschadigd, dat het moest worden afgebroken. In de vijftiger jaren werd op deze plaats het postkantoor gebouwd. rond 1370. "J:

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1992 | | pagina 5