HET GEBEURDE op het MARSDIEP - III KAPING op de REE van TEXEL in 1756 Het kapen van een schip van een andere mogend heid waar ons land in bepaalde periodes officieel mee in oorlog was, is gedurende de 17een 18eeeuw een normale en vaak winstgevende aangelegenheid geweest. Maar niet alleen op volle zee, ook in de territoriale wateren, ja zelfs in afgelegen kuststre ken, moest men terdege voor kapers op zijn hoede zijn. Zo verscheen er in 1695 tijdens de 9-jarige oorlog plotseling een Franse kaper voor het Eier- landse gat, aan wie de daar werkzame vissers ter nauwernood konden ontsnappen. Twee jaar later gingen een drietal Franse kapers doodgemoede reerd bij het Eierlandse gat voor anker en stuurden twee sloepen naar de wal om het Eierlandse huis te plunderen. het Kanaal had men vanwege de oorlog te gevaar lijk geacht - en op de rede van Texel, even voorbij 't Horntje had men zich veilig gewaand. Men had, gepraaid door een Helderse loods, vertelt dat men bij Hitland Shetland) de Indische retourvloot, bestaande uit 9 volgeladen VOC-schepen ontmoet had. Toen notaris Pieter de Leeuw de volgende ochtend in alle vroegte vanuit Den Helder naar het Engelse schip wilde varen om nadere informatie over genoemde retourvloot, zag hij tot zijn stomme verbazing dat een Frans vissersschip, vanuit de Mokbaai, in die jaren een belangrijke schuilplaats voor schepen, het Marsdiep binnenvoer "klampte het Engelse scheepje aan boord en nam het en gijngh daermee naar zee '"Hei "EijtrCantse Jfuijs',18e eeuw: naar een gravure in het Rijksarchief Prov. Noord-Holland te Haarlem. Dit was dan wel aanleiding om de kustdorpen beter te bewapenen en de instructies voor "de wachters in de respectieve wachthuysen langs de zee en stran den deses Quartiers" te verscherpen, maar niet zodra de vrede gesloten was, werden de wachters weer afgedankt en wapens en munitie ingeleverd, want het kosste allemaal veel te veel. In vredestijd. Terwijl ons land in 1756 in vredestijd verkeer de,maar er wel een oorlog aan de gang was tussen Engeland en Frankrijk gebeurde het dat een "moy Engels vergatscheepje", een Engels tweemast fre gat geladen met stukgoederen uit New York en op weg naar Amsterdamgelegen op de rede van Texel op klaarlichte dag door een Franse kaper overmees terd werd. Het Engelse scheepje was daags tevoren "om de Noord" gekomen - de route door Situatie Zuid 1'ttfel, 1760. Keconstructie naar een kaart van Leendert den'Berger. >1 Duinkerker visserssckuit acftter 'Xaap cnToren' "B. '7(et "Engelsefregat op de ree. De tot zijn grote ergernis op dat moment niet aanwezige baljuw Kesje Visser voegde er in zijn rapport aan Gecommitteerde Raden in Hoorn aan toe: "ick soude heel schyelick schielijksnel) een schuyt met volck genomen hebben en hadt het scheepje hernomen". Maar ja, hij was er niet en toen hij er van hoorde was het te laat. Schending neutraliteit Deze overval in de territoriale wateren was ui teraard een ernstige schending van de neutraliteit van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlan den. De secretaris van Gecommiteerde Raden, Jan Mossel van Stralen, ging dan ook onmiddellijk na ontvangst van de brief van de Helderse baljuw naar Den Haag om de zaak met Raadspensionaris Pieter Heyn te bespreken.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1992 | | pagina 18