marine.
ZUIVERING
GEZUIVERD
Dan was er in 1804 weer de angst voor de zgn.
"gele koorts", afkomstig uit Spanje. Het verval
len quarantaine-station op Tiengemeeten werd
verbouwd en voorts werd er een nieuw station
gevestigd op Wieringen.
Zolang deze stations nog niet klaar waren
moesten de schepen blijven wachten bij Vlissin-
gcn, Goedereéde en Texel. In de steden en dor
pen langs de kust werden visiteurs aangesteld
voor de controle- Ook blijkens de algemene
instructie van 10 Januari 1805 werd voor de des
infectering van brieven aanbevolen deberoking
met chloorgas. De aangestelde visiteurs - mari
neartsen of chirurgijnen - genoten een jaarsala
ris van 100 gulden plus nog 3 gulden voor ieder
geinspecteerd schip en 1 stuiver per zeeman.
Bovendien mochten deze visiteurs vanaf 1 Ja
nuari 1820 de postkantoren ook nog eens
1 stuiver vragen voor iedere gedesinfecteerde
brief.
brielle
1 :totterd.'im
uoedereedo r 'V.
Goeree 1 OvNfc* HeTl^evmetalui s
w iienreneten I.
Fig. 6
c/'/la 'j
mms
Fig. 7
Fig.
Fig. 10
Q^-fyr/d&cmjTn a.
C'/u^r- z
LXZTZ cs& y-u
Fig. 9
Fig. 11
Uit artikel van Dr de Haan
De des-infectiebehandeling moest ergens uit
blijken en daarom werden de brieven voorzien
van een stempel. Uit het overzicht blijkt dat er
een aantal stempels gebruikt zijn afhankelijk
van de periode en de plaats. De stempels "Marine
Gezuiverd" (vlg. figuur 7) is bekend van Texel,
Nieuwediep, Willemsoord, Brielle, Hellevoet-
sluis en Ostende.
In 1831 werd een groot gedeelte van Europa be
dreigd door êen ernstige uit Polen en Rusland
afkomstige cholera-epidemie. Er bestond ook
in Nederland grote angst voor binnenkomende
goederen uit havens van besmette of van bes
metting verdachte havens.
Het werd noodzakelijk geacht de binnenko
mende schepen te controleren en zonodig in
quarantaine te houden doch ook om de gehele
kust te bewaken, want het werd niet onwaar
schijnlijk geacht, dat schepen zieke of dode
opvarenden en/of besmette goederen over
boord of aan land zouden zetten.
Overheids maatregelen
In opdracht van de Staatsraad Gouverneur te
Haarlem vond reeds in Juni 1831 een strandbe-
waking plaats tegen de hiervoor genoemde risi
co's. Regelmatig ontving de Gemeente vergoe
dingen van de Staten te Haarlem ad. fl. 50.—
voor deze strandbewaking. De strandwachters
ontvingen fl. 1.50 a fl. 2.— per dag.
Na ontslag ui t de quarantaine moesten de sche
pen zich ontdoen van matten enz., die dan op de
punt van de Hors verbrand moesten worden.
Ook de vissers van Texel en 't Vlie, die gewoon
waren op vertoon van hunVisschers- of Zout-
vlaggetje" zonder enige ondervraging, in- of
uitklaring de uiterste tonnen te passeren, moes
ten zich dan (Juli 1831ook onderwerpen aan de
gebruikelijke visitatie. In diezelfde maand werd
ook de Texelse heelmeester Anlé aangesteld als
visiteur der quarantaine, met de daarbij beho
rende instructies.
In October 1831 mochten de Helderse haring
trekkers (zij trokken hun net vanaf het strand)
niet op de Hors vissen. Hun baas Pieter Korf
schreef de Burgemeester van Den Helder, dat