3 gulden per week. Zij ging in Den Helder wonen en vroeg in 1920 een toeslag op dat pensioen, doch daarop werd afwijzend beschikt. Na haar vertrek begon bij deze hulpverlening in het noordelijke deel van het eiland een 8 jaar durend probleem. De aan te trekken vroed vrouw voor De Cocksdorp en Eijerland zou door de Gemeente voor een jaar worden be noemd, omdat men verwachtte dat spoedig een dokter dat werk zou overnemen. Na 1907 had den de pogingen geen resultaat en het gevolg hiervan was dat De Cocksdorp en Polder Eijer land nimmer meer een eigen vroedvrouw kre gen. De vroedvrouw van Oosterend, Mevrouw BREMER-OUTHU YS, werd belast met de waar neming tot 1914, tegen een beloning van fl. 8.— per maand. Allerlei onderhandelingen over verbetering van haar inkomen, rijtuigvergoe dingen, fl. 12.50 per maand of fl. 5.— per beval ling, betaling door on vermogenden via het arm bestuur kwamen toen aan de orde. Dat de bewo ners van de Polder met deze waarneming niet tevreden waren, bleek uit het request dat door P. Buis in 1909 naar de Gemeente werd gestuurd en waarin hij verzocht een vroedvrouw aan De Cocksdorp te benoemen en indien dat niet mo gelijk was, wilde hij "kosteloos van gemeente wege" hulp inroepen. Helaas was dit schrijven ongezegeld ingezonden en werd hierdoor zon der enige bespreking voor kennisgeving aange nomen. Later in dat jaar kwam er geen enkele sollicitante op de vacature voor een jaar met een salaris van fl. 400.—. Toch werd dat salaris rijkelijk veel gevonden, omdat dan iedere verlossing fl. 20.— ging kos ten. Van de slepende sollicitatie-procedures hierbij nog slechts een voorbeeld: De 30-jarige Adriana van Groezen, wonende te Amsterdam, was gehuwd met een metaaldraaier bij de rijwielfabriek Simplex. In hun keurige gezin hadden ze drie kinderen beneden de tien jaar. Hun referenties waren uit stekend, doch toen zij voorlopig voor 3 jaren zou worden benoemd met een jaarvergoeding van fl. 350.— kwamen zij en haar gezin niet. OUDESCHILD In de kraam verzorging werkten hier verschei dene vroedvrouwen: - A.M. MILTENBURG-BERENDS, geboren in 1844, was dat van 1878 tot 1883, die in die vijf jaren ruim fl. 1200,— als wedde inde. - De Belgische mej. KAAN was in 1884 "on bevoegd als vroedvrouw de verloskunst uit te oefenen" en ging daarna weg. - In 1895 verzocht de Gemeentelijke vroed vrouw P.C. FLENS haar ontslag en kreeg ZWAANTJE KLOEK deze functie, die zij in het jaar 1904 voor gezien hield. - SAARTJE KOK, werd in 1898 benoemd en vertrok in April 1901 na eervol ontslag naar Geesteren bij Borculo. - Mevr. LANGEVELD-FLIERMAN neemt dan vanuit Den Burg dat werk op zich. Uit Oudeschild behaalde Alida Roeper het diploma vroedvrouw doch zij werkte hier niet en werd direct benoemd in Monnickendam. DEN BURG De functie van vroedvrouw te Oudeschild was in 1897 vacant en mej. C.J. Flierman uit Meppel solliciteerde evenals mevr. Boelig-Hesse, die toen in De Cocksdorp deze functie vervulde. De eerstgenoemde werd benoemd maar bleef nog geen 3 jaren in Oudeschild. Zij trouwde in 1900 in Den Burg met de Gemeente-ambtenaar op het secretarie, Arnold Azn. Langeveld en vestigde zich toen als zelfstandige vroedvrouw te Den Burg. Arnold werd in dat jaar ook nog benoemd tot 2e luitenant van het vierde bataljon van de rustende schutterij, maar of hij in die functie ook iets verdiende of presteerde was niet duidelijk. In 1903 komt zij ook in Gemeentedienst en ver vulde dan haar taak in Den Burg, Oudeschild, Den Hoorn en De Waal. Samen met juffrouw Henkes gaf zij cursussen, zoals een bakercursus in 1923 en moedercursus sen. Tot 1926 bleef zij in functie en kreeg toen eervol ontslag. 12

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1992 | | pagina 15