gezellen ten onder gingen (Boek XI, blz. 223).
P. Chr. Bor schrijft in zijn 5-delige historie werk
"Oorspronghe, begin ende vervolgh der Neder-
lantsche oorlogen, beroerten ende borgerlijcke
oneenicheyden (Leiden - Amsterdam, 1621 -
1630), dat de bedoelde graanschepen zowel in
het Vlie als in het Marsdiep lagen.
Hij vermeldt een op 12 Januari 1594 door de
Enkhuizer Fr. Maelson, pensionaris van West-
Friesland aan de raadspensionaris Joh. v. Ol-
denbarnevel tgeschreven brief, waarin staat da t
voorzover men zich herinnerde een ramp als
die in het Marsdiep nooit eerder was voorgeko
men.
De omvang van de ramp kon men niet overzien,
want er was van veel schepen nog geen bericht
binnen. De stadsdokter uit Hoorn, Theodorus
(Dirk) Velius, vermeldde in de eerste druk van
zijn "Chroni jck van de Stad t van Hoorn" nog dat
vier of vijf van de circa 40 vergane schepen uit
Hoorn afkomstig waren, maar in de vierde
druk (1740) wordt gesproken van 10 of 11 sche
pen. Hij spreekt overigens van schepen gela
den "vol kostelijke stukgoederen en granen" en
zegt dat er "wel 500 bootsgezellen" verdronken
waren.
Bankroet
Er zouden kooplieden uit Delft en Amsterdam
ten gevolge van deze ramp bankroet zijn ge
raakt, zo niet de bekende Amsterdamse koop
man/dichter Roemer Visscher, van wie ook
enkele schepen vergaan waren. Wel noemde hij
zijn enige maanden later op (24 Maart 1594)
geboren dochter ter herinnering aan dit gebeu
ren Maria Tesselschade, maar zijn hond noem
de hij Scha-baat, want zijn schepen waren goed
verzekerd(1)
Straf Gods
Tijdgenoot Arend van Buchell maakte naar
aanleiding van deze ramp in zijn dagboek de
opmerking dat men zich vroeger bij dergelijke
stormen niet op zee gewaagd zou hebben. Maar
de zucht naar geld van het huidige geslacht was
zó groot
Hij vond het dan ook terecht, dat dit gebeurd
was (2)
Inderdaad voer men toen voornamelijk in de
zomer en lagen de schepen 's wi n ters "i n win ter-
laag". Maar vooral naar het zuiden toe, de zgn.
"Straatvaart" door de Straat van Gibraltar, was
ook in het winterseizoen meestal heel goed
mogelijk. Bovendien lagen de schepen al vele
weken, sommigen zelfs enkele maanden op
gunstige wind te wachten. Normaal gesproken
zouden die schepen al lang weer terug geweest
kunnen zijn. Tenslotte is er sprake van een
plotseling opkomende storm, hetgeen iets
anders is dan willens en wetens de stormen
trotseren. Een en ander neemt overigens niet
weg, dat de geldzucht van sommige kooplie
den inderdaad wel erg groot was
Ook Guicciardini schreef dat deze ramp "een
grootc schaedc (was) voor het gheheele landt en
den Cooplieden: weesende een mcrckelvcke
straffe des Heeren". En zo werd dat ook gezien
in die dagen.
Zware stormen, overstromingen, strenge win
ters, natte of droge zomers, muizenplagen,
pestziekten onder mens of dier, het werd alle
maal gezien als straf van God voor de zondig
heid van de mensen. Maar de ramp gaf niet
enkel nadeel. Roemer Visscher was goed verze
kerd en "die van Tessel, Wierighen ende Me-
denblick (deden) alle behulp om te bergen."
Een dergelijke ca tastrophe leverde voor het volk
aan het Marsdiep toch óók altijd weer voorde
len opVooral de vele aangespoelde stukgoede
ren uit de stukgeslagen schepen was een welko
me buit.
Storm óók elders
De storm van 24 December 1593 was uiteraard
niet tot het Marsdiep beperkt gebleven. Joh.
Dorre, burgemeester van Deventer tekende in
zijn dagboek aan, dat het die dag uit het zuiden
stormde's avonds tussen 6 en 7 uur draaide de
storm naar west - zuidwest en woedde met
groot geweld tot 8 uur. Zijn huis stond op
instorten. In Kampen werden verscheidene hui
zen verwoest. Aan de Duitse Noordzeekust
was er in de Kerstnacht van 1593 een storm
vloed. Volgens de hedendaagse historicus
C. Weikinn hadden de Duitse en Deense kus
ten in de periode tussen 24 December 1593 en 6
Januari 1594 voortdurend metstorm, hoge vloe
den en overstromingen te kampen. Merkwaar
dig genoeg treft men in de Nederlandse litera
tuur slechts enkele vage berichten aan over
schade aan dijken enz. als gevolg van deze
storm. (3)
Omdat de wind overwegend uit het zuiden
waaide De ramp in het Marsdiep was er niet
minder om. Want behalve aanzienlijke materi-