f 10.belooning
I looft de ondergetekende uit voor het vir.dcn en
I .vvtbrongen van het Pjk van Vader 111 lK'f.rH
UKOIWLE, gekleeo r_et rood baaian ender^^ede-.
ron, sctmpgr&uwe kousen en blauw gestreept
j overhoDcd,gcb!evtn i.0 Juli jl. met do e.huit T 61.
IJ. EItOUWER, Eckg, teiin.
Texelse Courant Aug.1898
Toelichting op de advertentie Y. Brouwer.
Bij het bedrag van fl. 10.-- als beloning
dient men te bedenken, dat het "daggeld"
van een arbeider destijds fl. 0.60 tot
fl. 1.— bedroeg. Dergelijke advertenties wer
den geplaatst met als doel:
Beëindiging van de onzekerheid.
-- Uitkeringen van de verzekering, hoewel
de verzekerde bedragen meestal niet veel
hoger waren dan de begrafeniskosten.
Afwikkeling van de nalatenschap.
Mogelijkheid voor de echtgenote tot her-
trou wen, zodat weer een menswaardig bc-
staan zonder armenzorg werd verkregen.
Bronnen:
Nieuwe Texelse Courant
Texelse Courant
Journaal vuurtorenwachter
Buijs
Kroniek van strandingen en
andere scheepsongevallen op
en bij de Texelse kust
Een zee te hoog. Scheepsram
pen bij de Ned. Zeevisserij
1860-1976(H.A.H. Boelemans
Kranenburg)
Archief: Maritiem- en Jutters-
museum
Archief: Zuiderzee museum
't Lant van Texsel (J.v.d. Vlis)
Willem v.d. Vis: "Het leven van
een Tcxels visserman van 1894
tot heden"
Archief: Gemeente Texel.
Met dank aan P. Krijnen, C. de
Wijn en C.J. Reij
Daar waar de stormen donderend loeien
Daar waar de stormen donderend loeien,
De woeste zee, de zeeman tart,
Waar angst en vrees de zielkracht boeien,
Daar spreekt de loods zijn moedig hart
Reeds is hij daar, hij wijst gebiedend
Al op de brandend' golven ziedend.
Hij is de hoop in het gevaar.
"Ik ben de loods, God roept mij daar
Ginds bij de Noorderhaakse gronden
Verkeert een schip in bangen nood.
Wordt het door 't golfgeweld verslonden,
Vindt haar bemanning hier de dood.
"Schenk mij de kracht een weg te vinden
Door 't grauwe schuim van stroom en winden.
Blijft aan mijn zij in doodsgevaar.
Ik ben de loods, God roept mij daar
Zowel bij voorspoed als bij rampen
Doet hij zijn werk met reine ziel.
Bij spelevaren of in 't kampen,
Hij stuurt zijn boot met broze kiel.
Als soms zijn vrouw en kinderen smeken,
Het vaderhart valt niet te breken.
Geen tocht naar zee valt hem te zwaar.
"Ik ben de loods, God roept mij daar
Die kracht wordt hem van God gegeven.
Een schip zinkt in de diepte neer.
Maar vele mensen redt hij 't leven.
Het is zijn adel, roem en eer.
En sterft hij nederig en vergeten,
Dan klinkt voorwaar bij 't welkom heten:
"Wie redder was in doodsgevaar,
Gij ware held, God roept U daar
Dit lied uit het repertoire van de Zanggroep
is door Willem Kikkert uit een oud liedjesschrijt
opgediept. Het is waarschijnlijk ontstaan in de
19e eeuw vóór de oprichting van de
Reddingmaatschappij in 1820.)
Bericht uit de Tex. Courant van 1903.
De garnalen visscherij die dengeheelen winter schraal
geweest is, was vorige weck voordeelig. De prijs der
garnalen was gemiddeld 15 ct. per kilo. Ook de
haringvangst was verbazend groot, niet zelden werd
per boot 100 gulden bcsomd. De venters konden nu
hun slag slaan. Er werd gevent, gekocht en gebakken
dat het een aard was, waarbij de draagkracht der
beurs ook niet behoefde te worden overschreden.
Zodat in menig huisgezin dat anders van het eten
van vis verstoken bleef eens heerlijk werd gesmuld.
14