t Onkunde Alle vissers kregen de harde leerschool in de praktijk. Er was wel degelijk een grote ken nis van het vak aanwezig over b.v. de techniek van het varen, het vissen, over de visgron den, de stromingen en banken enz. Toch voer men meestal zon der kaart, had men voor de navigatie slechts de beschik king over het kompas en ont braken de communicatiemid delen geheel. Op zee had men niet de be schikking over weerberichten. Willem v.d. Vis, mijn grootva der, drukte het als volgt uit: "Met de zeilen wist je eigenlijk nooit waar je terecht kwam: stroom en wind waren je ge leider. Als je in de wind had, kon je niet affeseeren. Je moest altijd de stroom mee hebben alsjeindewind had. Alsjedus bij Terschelling was en het tij en de wind zaten tegen, dan was je nog lang niet op Tessel." Een voorbeeld van problemen bij het varen:De TX 107 en de TX 182, van Oosterend raken door de stroommisleiding op de steenglooiïng bij Den Hel der. Met hulp van vletterlie- den komen de schepen weer in vlot water." (Uit: Kroniek 20 April 1907) Cees de Wijn geeft nog een ander voorbeeld: "Jaap van Maarten van Bob (Vlaming) kwam met de aak TX 44 op de haven aanzeilen. Hij moest natuurlijk hoog aanvaren, zo dicht mogelijk langs de palen. Effe te dicht, want daar zat onder water nog eep ouwe havenpaal, die was stukgeva ren. Daar zeilde hij bovenop. We zagen het gebeuren, want hij stond in één keer stil. Een groot gat erin. Ze hebben een kopkussen in het gat ge- trap t en wi sten bij de heil ing te komen. Bij eb hebben we toen een noodreparatie uitgevoerd en daarna op de helling ver der." De houten schepen wa ren moeilijk wendbaar, wan neer men dicht bij elkaar in de buurt kwam was een aanva ring altijd dreigend. De TEXEL 70, schipper J .Rczel en de TEXEL 133, schip per J. Drijver, komen met el kaar in aanvaring. De TX 133 wordt ernstig beschadigd." (Uit: Kroniek 25-1-1915) Je kunt niet echt van onkunde spreken, maar alles ging wel op z'n "Jan boerefluitjes." Het visserij-onderwijs kwam pas veel later goed van de grond, juist in de periode dat de meeste houten schepen waren vervangen door gemotori seerde ijzeren kotters, die bovendien werden voorzien van betere navigatiemiddelen Ook met dat soort schepen vonden ongevallen plaats, zij het veel minder dan met de houten schepen. De ravage aan boord van de TX 49 in 1938. (Foto: B. Vlaming, Oosterend 12 Een ongeval met goede afloop was dat van de TX 49 in 1938. B. Vlaming, P.C. Vlaming, C. Vlaming en C.F. Bremer. (Foto:B. VlamingOosterend) "Op Woensdag 23 November 1938 voeren de motorkotters TX 11 (schipper C. Vlaming en de TX 49 (schipper P. Vla ming) in de nabijheid van het Lichtschip Terschellinger- bank. Ze hadden twee dagen gevist. Het u»eer werd echter steeds slechter zodat men besloot op te stomen naar de Haven van Nieuwediep. Te gen 8 uur 's avonds wakkerde de wind aan tot orkaankracht. De zee was een onafzienbare vlakte van schuim en hoge golven. Piet Vlaming van de TX11 stond indestuurhut. "Ik stond daar te kijken naar de TX 49, die een mijl ver weg was, toen ik plotseling de lich ten zag verdwijnen. Ik dacht te dromen en riep direct de jongens., maar die zagen ook niets meer van de lichten." De TX 49 was getroffen door een grondzee. Drie van de opvarenden, H. v. Dijk, J. Sleu tel en J. Blom stonden in de

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1991 | | pagina 14