Cees de Wijn, de laatste werf baas van Oudeschild, vertelde mij over de betaling van het "hellingen" nog het volgende: "Grote reparaties op de hel ling werden in de meeste ge vallen in paaicmenten, (termij nen) betaald. Soms een tientje, dan weer twintiggulden, want er was geen andere werf op Texel. Ze moeste dus altijd weer bij ons terugkomen. Er waren erbij, die meteen betaal den. Dan zeien ze: "Cees, de skuut gaat straks van de hel ling, zet je bakkie thee maar wat vroeger morgenochtend, dan komme we betale." Bij de meesten was dat niet zo. D'r waren d'r bij die nooit uut 't boek vandaan kwamme. Meestal had je binnen 't jaar je geld wel binnen. (lees) ook zo." In één geval konden we naar ons geld fluiten, dat was een Wieringer, Klaas Sprenkel. Die man overleed voor zijn schuld was betaald. M'n vader heb toen in 't boek geschreve "re kening voldaan" en dat ook in een brief aan de weduwe meegedeeld. Dat was over macht, je kon zo'n mens toch niet met een schuld laten zitte Ik heb trouwens vorig jaar het werfboek, dat ik nog had en waarin alles werd bij gehouden laten vernietigen. D'r heb geen mens wat mee nodig, dat er bij mij klanten waren, die niet op tijd konden betalen. Iedereen betaalde in paaicmenten. Dat was bij zei lenmaker VolkerKruithoed en bij zeilenmaker Klaas Duinker De werf van C. de Wijn aan de Oudeschilder haven. Hier werden beschadigde schepen weer opgelapt. (Foto: archief Maritiem- en Juttermuseum.) meestal bleef er niets of zeer weinig over. Men bleef varen met een schip tot het compleet verrot was. Er zijn gevallen bekend, dat een schip in de haven van Oudeschild zonder "aanwijsbare reden" zonk zoals de TX 58 op 22 Septem ber 1914 (Kroniek 22-9-1914.) Schepen die zware averij had den opgelopen werden hoe dan ook weer varend gemaakt. Een artikel ui t de Nieuwe Tex. Courant van October 1904 geeft daar een voorbeeld van: "Oosterend, 7 October" Werd juist voor acht weken dit dorp in rouw gebrach t door het vergaan van de bemanning der TX 38, thans valt opnieuw een treurig verlies te melden, naast de vele ongelukken die van elders worden berich t. Het is dat van het omslaan van de TX 122 waardoor weder twee jonge menschen, de schipper K. Mossel, oud 25 jaren, en de knecht A. Eelman, oud 27 ja ren, beiden ongehuwd den dood in den golven hebben gevonden. Het vaartuig, waarin, naar men meldt, het lijk van den knecht aanwezig was, is bij Petten op het strand geslagen. Het is dezelfde schuit, die ook voor 7 jaren omsloeg ,toen er drie jonge levens mede verloren gingen. Hetvaartuig was toen en ook nu weer verzekerd bij de Vereeniging "Helpt Elkan der." (Uit Nieuwe Tex. Courant, October 1904.) Het schip was op 27 Maart 1896 al eens omgeslagen en de bemanning had dat niet over leefd. Het schip werd op een werf in Harlingen weer "zee waardig" gemaakt Onderhoud bleef dus de sluit post van de scheepsexploïta- tie. Men bleef varen met een schip tot het bijna zonk. Kwam zo'n schip in een plotselinge storm terecht, dan was het "pompen of verzuipen." 10 In 1896 werd het dorp Oos terend zeer zwaar getroffen: "27 Februari 1896: Ongeveer 10 u. v/m. brak er geheel on verwachts een zware storm los met slagregens uit het Noor den.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1991 | | pagina 12