Lage verdiensten
De inkomsten van de (Texel
se) vissers waren laag. Rond
1900 was de hoogste j'aarbe-
somming 2200.-- tot 2300.--
gld. De laagste 600.-- gld. Een
aantal bemanningsleden voer
voor 1/4 tot 1/3 gedeelte van
de vangst. Meestal werd voor
een vast weekloon gevaren.
Dat loon bedroeg dan onge
veer 7 a 8 gld per week. Vijf
tien tot zestienjarigen verdien
den 3 a 4 gld. per week, terwijl
13 -14 jarigen 1 gld a 1.50 per
week kregen. (Enquete 1907.)
Pas later gingen meer schip
pers over tot de invoering van
varen op deel .Bijhetvissenop
deel of part werden in veel
gevallen de uitgaven voor de
kost en voor andere zaken van
de bruto-opbrengst afgetrok
ken. Zo was het in de garnalen
visserij gewoon dat de kosten
van het zout, de brandstoffen
en het zenden van de vangst
naar de afnemers van de bru
to-opbrengst afging. Pas daar
na ging men over tot loonsver-
deling. Op deel varen met "de
kost vrij" bestond dus niet. In
feite werden de kosten geza-
melijk door de opvarenden ge
dragen. Wanneer voor een vast
weekloon werd gevaren "met
de kost vrij" betekende da t, dat
de schipper voor de kost zorg
de.
De Oudeschilder P. Krijnen
(geboren 1900) vertelde me
hierover het volgende:
"Ik weet van uit die tijd, dat
wanneer de inkomsten laag
waren, dat er op het eten be
zuinigd werd. Maar ik voer
niet, maar ik weet dat het op
andere schepen wél gebeurde.
Dan werd er zó weinig eten
meegenomen, dat er aan het
einde van de weck nauwelijks
De TX 66 voor Oudeschild.
F(otoZuiderzee-museum)
meer eten aan boord was,
behalve vis.
Als de schipper nog wat wilde
overhouden dan kon dat al
leen uit dat potje komen."
Degenen die niet in dienst
waren voor een vast weekloon
hadden in de winter bij ijs
gang geen verdienstenBijver
diensten waren schaars, zodat
in "goede tijden" wat opzij
moest worden gelegd om de
wintermaanden door te ko
men.
De visserij was in die periode
erg seizoensgebonden. P. Krij
nen vertelde hierover het vol
gende: "Van October tot April
visten we op wulken (een soort
schelpdier), als het tenminste
een zachte winter was, anders
kropen ze in de grond. Eind
April, begin Mei gingen we
9
Je had blazers van verschillende
grootte
dan een week of zes op de
ansjovis in de Zuiderzee. In
Juni, Juli een paar weken op de
Noordzee op tong, schol er
Noordzeekrabben. Ar n
gingen dan b.v. wiermaaien.
In Augustus weer op 't wad
op bot en daarna de hele win
ter door, zolang als het kon op
garnalen. Dan was't jaar rond."
Iedereen deed dat, met als
gevolg, dat in korte tijd veel
dezelfde vis - of zeeproducten
werden aangevoerd, hetgeen
de prijs drukte. De vissers kon
den niet het risico lopen om
met lege handen thuis te
komen. Het geld dat in de
voorgaande week was ver
diend werd onmiddelijk op
gesoupeerd door het gezin.
Wat overbleef moest in het
schip worden gestopt, maar