Niet genoteerde beroepen:
Ambagtslieden in 1810 blijkens het regis
ter der Patenten (1806- 1810)
Niet genoteerd werden:
1829
1879
Herbergier-tapper-winkelier-vocrman-gccstclijke-
Schoenmaker
12
9
vroedvrouw.
Slager
4
Smid
Timmerman
2
10
7
13
3
Wagenmaker
6
1810 1811
Zadelmaker
-
2
Zilversmid
-goud-
2
1
Baardscheerders
9
8
Bakker - koek-
-
2
Goudsmid
1
-
Horlogemaker
3
2
Kleermaker
7
7
Koperslager
3
3
Kuiper
6
7
Metselaar
10
10
Rietdekker
4
4
Schoenmaker
17
18
Smidsbaas
5
5
Spinbaas
1
-
Timmerman
16
14
Verver - glazenmaker
7
6
Wagenmaker
2
2
Zeilmaker
2
2
Zwartverver
1
1
Er werden ook neringdoenden geregistreerd zoals
tabaksvcrkopcr-tappcr-naaivrouw-haarsnijder-slag-
tcr-mclkvcrkoper-broodslijtcr-groenteverkoper-chi-
rurgijn-vrocdvrouw-stcenbaas-cn schoolhouder.
Voor hel bedrijven van een ambacht en beroep, doch
ook voor de neringdoenden was de toestemming van
de overheid nodig, die dan werd verleend tegen een
bepaalde vergoeding, d.w.z. een vorm van belasting
heffing. De gcpatcndccrde ondernemers betaalden
voor het consent b.v. als kleermaker 1.10.0., als
baardscheerder 1.10.0., als haarsnijder 0.8.0. en als
mclkvcrkopcr 0.8.0 (bedragen in guldens, stuivers en
penningen.)
Ter vergelijking met de ambachten en beroepen in
het midden van de 18e eeuw en in het begin der 19e
eeuwvolgen hier de aantallen der ambachten/beroe
pen voor DEN BURG en wel in:
(vlg. Volkstelling per 31 December
1829
1879
Bakker -brood-
9
14
Bakker -koek-
3
Barbier
1
2
Blik/koperslager
1
2
Horlogemaker
3
4
Kleermaker
5
3
Klokkemaker
1
Kuiper
1
-
Metselaar
17
9
Molenaar
2
3
Rietdekker
1
4
Schilder
2
5
Boeren- zeelieden en voorts enkele beroepen die weinig of
althans niet regelmatig uitgeoefend werden.
De namen der ambachten en beroepen met de aantal
len volgens de lijsten van Huijdecoper 1740 -1760 en
in het Patentenregister tijdens het Koninkrijk Hol
land onder Lodcwijk Napoleon 1806-1810,alsmede
uit de Volkstcllingcnl830 en 1880 zijn op zich niet
vergelijkbaar, omdat ze alle een ander doel dienden.
Geen ander materiaal voorhanden zijnde geeft het
toch een aardig beeld van de ontwikkeling op dit
terrein.
Reeds in Huijdecopcr's tijd werd Texel bezocht door
reizende ambachtslieden en neringdoenden die. echter
wel een consent nodig hadden en daarvoor 12 stui
vers voor 4 dagen moesten betalen ten behoeve van
de armen. (Op zich was dit niet nieuw want reeds in
1659 had de Schepcnraad beslist, dat venters toe
stemming moesten hebben en die slechts kregen
tegen betaling t.b.v. de armen.
Uit de lange lijst van venters die een consent in 1757
1758 verkregen blijkt, dat de aangeboden diensten
en waren sterk uiteenliepen.
Hier volgen enkele voorbeelden:
30 Nov. Jan Bier om glazen en
potten te vergulden en figuren
van boter te maken voor 4 dage
ontvangen
Willem Philip, vlekballen, spel-
dekokers en verguld papier te
mogen verkopen voor 4 dage
8 Dcc. Isaac Godijn met kruij-
den cn salve voor 4 dage
12 Dcc. Jonas Hartog met lijn-
waat, servetten en camenks-
doek, catoenen lijnwaat, naaij-
garen, spelde werk en geweeve-
nen kanten
1785
18 Maart, Markus Frans met
pruijken, voor 4 dage
30 Maart, Jan Siebricks en Ja-
cob Carolus in comp: om aller
handc koperwerk van ketels,
potten cn mitsgaders het ouwe te
repareren en te lappen, voor drie
maanden, ontvangen bij accoord
Gld. stuiv. penn.
12.
12.
12.
12.
12.
2. 10.
20