Zo ben ik hier dus begonnen. In '49 zijn we uit
elkaar gegaan.
We hadden grond van de Staat (Staatsbosbeheer)
gehuurd en ik had nog grond gekocht van Bcers,
"De Strook", in de Dennen. De Slaat wou daar een
stuk van hebben om windsingcls te zetten, maar ik
had er geen zin in, want dan bleef er te weinig van
de grond over. Anderhalf jaar later was er aangren
zend land te koop. Ik zag m'n kans schoon: ik kocht
het en ruilde met de Staat tegen het erf om het huis
en het land aan de Grensweg. Dat was een heel
gedoe.
Ik ben er zelf voor naar het hoofdkantoor van de
Staat in Utrecht geweest. Het bleek wel te kunnen
zoals ik dat gedacht had (een ééndagstransport")
en op 3 Januari 1950 kwam de directeur zelf de
papieren brengen en was alles voor elkaar
In Eierland was ik al begonnen met het in- en
uitploegen van bollen. In Lisse waren ze daar niet
voor.
Nee, dat kon niet, het moest met de hand, anders
raakten de bollen beschadigd. Maar in de bollen
streek hadden ze geen ervaring met paarden, dat
was het probleemIk liep al van kindsbeen af achter
het paard en dat in- en uitploegen ging dus best
Inploegen ging zo: een geul in de grond en der in
Voor het uitploegen had ik een ploeg waar een rister
af was en ook de schaar ervoor deed ik eraf. Dan
reed ik er doorheen, dan drukte het lichaam van de
ploeg de zaak opzij, de bollen werden wat opgetild,
die regel raakte los en je pakte ze zo op. Later
kwamen er natuurlijk bollenrooimachincs.
Boerderij '"HOLLAND" (plm. 1947) De zware bomen bij de voor gevel waren na de oorlog gekapt.
Idheb gehoord dat 11 veeC he6t gejaagd.
7(unt 11 daar iets over verteden
Toen ik veertien jaar was kon ik een jachtvergun
ning krijgen een voorlopige jachtacte) voor het
afschieten van schadelijk wild. We hadden op
Holland veel last van kraaien. Die bonte kraaien
zaten op de Schorren en tegen de avond kwamen ze
over, op weg naar hun slaapplaats in de duinen. Als
je niet oppaste, wasje al je zaaigoed kwijt. Toen ik
achttien jaar was kreeg ik mijn jachtacte. Ik was
toen een volleerd jager. De kneepjes had ik al vroeg
geleerd van Frans van Sambeek. Dat was me een
stroper! Hij was knecht op Holland. Arbeiders
mochten eigenlijk niet jagen. Er gaat een verhaal
dat Frans onder het ploegen stiekem een haas
schoot, z'n geweer onderploegde erf z'n voetafdruk
er dwars overheen zette, om de plek te onthouden.
In 't donker haalde hij de buit dan op. Hij ploegde
soms met een gedemonteerd geweer in z'n laar
zen
19
Wat schoot 11 zoaC
In de zomer meest eenden.
Die kwamen in de Rogsloot op de wintergerst af. Ik
weet nog dat ik op écn avond er 25 schoot. Dat was
op de avond van de windhoosramp in Borculo. Dat
heb ik altijd onthouden. Vroeg in het seizoen
kwamen van Dorpzicht de fazanten. Hazen schoot
ik ook wel. In de winter had je de bekeenden, die
overdag op de Schorren zaten en 's avonds over
kwamen naar de Rogsloot.
Wat gebeurde er met dat zvitd
Dat ging met vrachbijder Jan van Agie naar Aai
(Plaatsman) in Den Burg. Ja, ik heb heel wat
gejaagd in mijn leven. Nu doe ik het al een paar jaar
niet meer, maar ik heb toch z'n 70 jaar een jachtacte
gehad. Frettéren deed ik ook en ook met de licht
bak. Er gaan nu stemmen op om het frettéren te
verbieden vanwege dat geval met die jonge lepe-