naar Texel te gaan; ik was toen 7 jaar en ik had twee
jongere zusjes; Erena (Reina) en Leonarda (Narda)
en een broertje Anton. Op Texel zijn nog drie
kinderen geboren: Raymundus, (Rumon) Orfa en
Duvera (Vera)
Mijn vader had hoeve "Holland"gekocht van Leen-
dert Timmermans, een broer van mijn moeder.
"Holland" had 120 ha. land; 20 ha. werd verkocht
aan baron van Tuyll van Serooskerken voor de
jacht. Dat was dat gedeelte tegenover Sir Robert
Peel, aan de uitloper van de Roggesloot. De ove
rige 100 ha. werd gedeeld door mijn vader en zijn
zwager Timmermans. Die liet toen "Labora": bou-
Familie de Grave plm. 1913
V.l.n.r. Frangois, vader Victor, Rumon, Anton,
Reina, Narda en moeder Anna met Orfa. Vera was
nog niet geboren.
Herinnert Zl zich, nog iets van de verhuizing uit
Zeeland hierheen ZDat moet in die tijd toch een
hete onderneming geweest zijn. 9~toe ging dat
We gingen met de eerste boot van Breskens naar
Vlissingen en verder per trein naar Den Helder. Ik
meen dat we wel 4 keer moesten overstappen. De
spullen
maar dat zal wel niet veel geweest zijn, want er was
boelhuis gehouden. Melde laatste boot kwamen we
in Oudeschild aan. Daar stond onze eigen wagen
ons op te wachten. Die was denk ik ook per
beurtschipper opgestuurd. Wc reden over Den Burg
en moeder deed nog wat boodschappen in de win
kel van Schumaker. Verder herinner ik me weinig
van dat gebeuren.
Zl ging in de Cochsdorp naar schoot. Was Zl een
goede teerling
Nou, ik kan wel zeggen dat ik altijd bij de besten
was. Meester Toet vond dat ik door moest leren,
maar ja, je weet wel hoe dat vroeger ging: ik kwam
op 1 Maart van school en 2 Maart, 's morgens om 6
uur stond Bles aan de ring al klaaf en moest ik met
het "spiekereggie" achter de zaaiers aan, die al om
5 uur begonnen waren. D'er zat geen dag tussen. En
dan te bedenken dat ik pas 11 jaar was
Vond Zl het zvet leuh werh
Leuk Dat woord moest toen nog uitgevonden
worden .Daar werd niet naar gevraagd
'Wat deed Zl zoal na het zverll
Veel vrije tijd had je niet, maar ik ging wel 's avonds
na het werk achter de Volharding te bottrappen met
Maarten van Piet (Boon) die bij ons in de bieten
werkte. Op een keer, ik zal zo'n jaar of dertien
geweest zijn, zag Maarteneen zalm van zo'n 50 cm.
en vloog er opaf. Hebbes "Die lust ons soort men
sen niet, dat is te duur, die verkoop ik aan mevr.v.d.
Kloot!": zei Maarten.
Het gebeurde maar zelden dat er een zalm was. Ik
vond er trouwens niet veel aan, dat bottrappen; je
ving zoveel, dat was me teveel gesjouw. Ik moest
overdag al hard genoeg sjouwen
waren met de beurtschipper opgestuurd,
Frangois leerde ploegen van Frans van Sambeek. Louwtje Bakker die toevallig passeerde,
maakte deze foto, (plm. 1914)
17
wen.