D U R P indejaren 1920 -1930
Durp was in die jaren nog een rustig dorp ver van de
woelige wereld en zelfs ver achter de "Ruuge Diek"
Een dorp met twee kerken, een school, twee café's
en een postkantoortje, met bewoners als
dokter en dominee, pastoor en onderwijzer, enige
ambtenaren, middenstanders-neringdoenden, arbei
ders en schelpen-en kokkelvissers. Vindt je in een
dorp vaak nog wel boerderijen- en zeker in een
agrarisch gebied - in het dorp zelf geen enkele.
De weg in Durp was een kl inkerweg en aan de kant
van Cafc-Hotcl "De Hoop" lag nog een verhard
voetpad, doch verder was naast de klinkerweg nog
slechts zand. Buiten Durp waren de wegen alle
verhard, d.w.z., met kcislag en in het midden een
paardepad. Voor de boerenwagens was dat goed,
doch voor de enkele auto was 't geen pretje en voor
het toen groeiend aantal fietsen was het gewoon
slecht te berijden en zo mogelijk reed men dan ook
naast de weg. Het vrachtvervoer ging hoofdzake
lijk met paard en wagen. De bewoners, voorzover
het boeren betrof, beschikten wel over eigen ver
voer, doch de arbeiders in de polder en op Durp
gingen per fiets of te voet. Wel begon in 1923 Thijs
Reuvers met een autobusdienst van De Cocksdorp,
Oosterend en via De Waal naar Den Burg.
Reuvers vroeg de Gemeente om subsidie om een
geregelde dienst mogelijk te maken, want van een
rendabele exploitatie kon met de weinige passa
giers geen sprake zijn. Herhaalde verzoeken, vaak
krachtig ondersteund door vele belangstellenden in
de polder en op Durp hielpen niet, dus kreeg Reu
vers geen subsidie, doch ging desondanks gewoon
door.
Autobedrijf van Thijs Reuvers, staande rechts van
de middelste auto. (plm. 1925)
Links de eerste autobus van Reuvers,waarmede hij
de geregelde dienst via Oosterend en De Waal met
Den Burg, in 1923, begon.
Het "knoppics-licht" bestond hier ook nog niet en
dat betekende in de Durperstraat slechts een schaar
se verlichting met enige petroleumlampen, ver
zorgd door Geert Alderlieste of zijn vrouw Wel
moed.
Ook nog geen "buissies- water", maar voor water
had men de regenbak en een welput. Meteen droge
zomer raakte de regenbak leeg en gaf de welput
slechts brak water.
Voorts was er nog geen gas, zodat de huisvrouw
haar potje op een petroleumstel en/of kacheltje of 't
fornuis moest koken. Telefoon had slechts een
enkeling o.a. Thijs Reuvers - no. 7-
Woningen had je op Durp eigenlijk slechts is twee
soorten, nl. de burgerhuizen en de arbcidcrswo-
ninkjes voor de werkende stand. Zo'n arbeiderswo
ning bestond uit een kamertje van plm. 4 x 4 meter,
een kleinachterhuis plus een zoldertje, dat slechts
met een laddertje te bereiken was.
Toch leefden hierin vaak grote gezinnen. Op Durp
stonden groepen van deze woninkjes en hadden
namen als "De Gele Buurt"de "Mosselbuurt" en de
huisjes aan het glop van Dirk Buis.
DE DURPER MIDDENSTAND
In die tijd waren de zgn. middenstanders-nering
doenden ook armoedzaaiers, evenals de arbeiders.
De DROSSEN - (Koolrépen) - beheersten een
groot deel van de Durper gemeenschap, omdat zij
overal bij betrokken waren, zoals de graanmaalde-
rij, de schclpcnvisserij en kruidenierswinkel, etc.
We trachten alle zgn. middenstanders te noemen en
beginnen dan op de "Rio-buurt" waar Jan Riemers
en later Piet Blom een kruidenierswinkeltje had,
vervolgens Hendrik Dob, kapper in de avonduren
a 15 ct.; Nard Barhorst schoenmaker en schoenhan-
del.
Op "De Roef" de vrachtrijder Kees Dijksen met
zijn zoon Freek, met wagens en paarden en later een
vrachtauto.
De maalderij van de Drossen, toen gerund door Kor
Kool en daarna Ger Dros, waarbij Hannes Zuidema
voor het transport zorgde met paard en wagen.
Jan Boon reed met een vrachtauto, een Spyker"
met massieve banden. Dan komen we door het
"Molenbos" in ons eigenlijk Durp met eerst Café
"de Nieuwe Aanleg", annex winkel, gedreven door
Gerbrand Zoetelief en zijn dochter Gatha. Aan de
overkant hadden Jan en Gerrit Buis een slagerij,
Thijs Reuvers, een ondernemend man met zijn