Uit "ONKRUID" Pieter van Cutjerover (De %oog Velen van II zullen zijn Sneven over Texel"gelezen hellen. Voor hen die dit niet deden: het is een inlressan t loekj-n prettig leeslaar. Ten aanrader dus Tieter van Cuyck^geeft een levendige beschrijving van Texel en zijn bewo ners in de tweede helft van de 18e eeuw. dlieronder eenfragmant uit dit loel(j waarin hel geschetste beeld van (De Kjoogwelheelsterljafwijlitvan het tegenwoordige (De (Koog PIETER van CUYCK over DE KOOG Thans naderen wy het arme Dorpje de Koog; dit ligt in het midden van het zand, is onbestraat, en zonder boom of heester, behalvcn een brandnetel struik, welke zich hier of daar vertoont; door het hooge duin, aan wiens voet dit Dorpje legt, wordt de noordzee gestuit, die er met zyne gedugte golven tegen klotst, en op den top van dat duin staat een zoo- genoemt kykhuisje. Voorheen toen hier een ruim vóórstrand was, ver schafte de vissery den Inwooneren een rykelijk be staan, en de Koog was toen een zeer welvaarend Plaatsje; in het begin van deeze eeuw en laater woonden hier ook noch verscheiden Commandeurs van de Walvischvangst, die geld in het Dorpje brag- tcn. Het heeft thans niets aanmerkenswaardigs; de hui zen zyn klein en gering, en hebben meest alle maar één vengsterje aan den weg, zoo klein, dat men er het hoofd naauwelyks door kan steken; en van tyd tot tyd vervallen er ook noch al eenige; oude lieden weeten by overlevering, dat het Dorpje zich heeft uitgestrekt tot de oude kerk, welke nu afgebroken, en, uitwyzens de afbraak en het kerkhof, slegts klein geweest is; ik heb het Dorpje van die zyde getekent; de tegenwoor dige Kerk heeft een houten torentje, en is naar maate van het Dorp groot genoeg. Somtyds waait het hier zoo geweldig, en de grond is zoo los, dat de groentens, die de Predikant op ééne plaats van zyn tuin zaait, op de andere plaats opkoo- men. Onlangs hebben eenige lieden hier wederom vier of vyf visschccpjcs aangclegt, waar mede veel en zeer lekkere visch, vooral tong, gevangen wordt, die naar den B urgt wordt gebragt, en op den afslag aldaar verkogt; indien deeze onderneeming wél opneemt, kan dezelve den Inwooneren mogelijk wederom een middel van bestaan geevcn. Botanische wandelingen van Frederick v. Eeden. (Ie uitgave 1889) "Wij wandelden door het dorpje Koog, welks arme lijke, vervallen huisjes zoo natuurlijk aan de physio- mie der barre duinen beantwoorden en ons op nieuw overtuigen, dat er een geheimvol maar onvermijde lijk verband bestaat tusschen den mensch en zijne woonstreek. De Koog is een zeedorp, dat eigenlijk niet aan zee ligt, maar door eene duinreeks daarvan is gescheiden, dus eer een duindorp. Van daar is zijne ligging minder gunstig dan die van Zandvoort en Egmond, en komt het meer overeen met Wijk-aan- zee en Huisduinen, die beiden in dezelfden toestand en even armoedig zijn. Er heerst een geheime stilte; hier en daar zag ik een blauwe slaapmuts boven de onderdeuren een opschrift; "jeneveren brandewijn", was het enige bewijs van vertier." 6

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1990 | | pagina 8