De dialectgroep D'RS EFFE KIEKE HOE DE VLAG D'R BEE HANGT. In de paar jaar van haar bestaan heeft de afdeling dialect van de Historische Vereniging Texel toch al een flinke woordenschat vergaard naast het bestaande Texelse woor denboek. Het hoofddoel van deze sectie van de vereniging is het bestuderen, verzamelen en uitdra gen van het Texels dialect. Hieraan wordt elke derde dinsdag van de maand in onze ruimte in d' Ouwe Ulo gewerkt. De mensen van de groep verzamelen woorden en bren gen die dan naar voren. Vervolgens praat men hierover en onder bepaal de voorwaarden wordt een deel hiervan genoteerd. De maand erop krijgt een ieder een blad met deze woorden, die inmiddels nogmaals onderzocht zijn en voorzien van een toelichting. Woorden, die als echt Tessels worden beschouwd komen op een lijst en vormen een aanvul ling op het bestaande Texelse woor denboek van S. Keyser uit 1951 (inmiddels overleden). Zoals hierboven reeds gesuggereerd is, zijn dat er al heel wat. Maar om dat er nog steeds woorden bij ko men wordt nog niet gedacht aan een uitgave van een supplement. Sèèggies Behalve woorden spelen ook de spe cifieke Tesselse sèèggies een belang rijke rol in het taalgebruik van de Tesselaar. Tot mijn spijt moest na drie uitgaven van de Tesselse skeur- klender geconstateerd worden dat deze kalender wel op een vast aan tal afnemers kan rekenen maar voor een zakelijke voortzetting is dit aan tal toch ontoereikend gebleken. Jam mer, temeer omdat wanneer er nog eens twee kalenders achteraan geko men zouden zijn, de meeste typi sche uitdrukkingen in de kalenders zouden zijn vastgelegd. In de drie verschenen exemplaren staan nu ruim 500 sèèggies. Desalniettemin heeft de vereniging het resterende deel in haar archief en voor „later" vastgelegd. Bijnamen Zo komen er zo af en toe tijdens on ze bijeenkomsten ook wel bijnamen over de tafel, wanneer een woord of een gezegde nader wordt „toege licht". Ook deze komen in het ar chief van de vereniging terecht en blijven daar bewaard zonder dat op de een of andere wijze deze in het openbaar worden gebracht. We wil len dit niet onbelangrijke verschijn sel als zodanig wel vastleggen, maar nemen hierbij de grootste voorzich tigheid in acht.... Het vervolg van dit artikel wil ik graag wijden aan woorden die de af gelopen tijd de revue passeerden. Eveneens komt een vergelijking met het dialect in een nog vroeger sta dium aan de orde. Behalve het feit dat het dialect in steeds mindere mate gesproken wordt komt het verschijnsel om de hoek kijken dat het dialect op een verkeerde manier uitgesproken wordt. Daar zijn twee voorbeelden te noemen in dit verband. Ten eer ste wordt er in de Tesselse samenle ving zgn. Tessels gesproken door jongelui (opslope vollek) die de lage re school net achter de rug hebben en zich om uiteenlopende redenen willen uiten in andere (stoere?) praat dan normaal gebruikelijk is. Een andere groep zijn kersverse Tes- selaars, die menen door een conse quente klankverandering in het taalgebruik het Tessels te beheersen. Niets is echter minder waar omdat hierin geen bepaalde logica valt te vinden. Ik wil een voorbeeld van geven door middel van een zin zoals die gezegd zou kunnen worden: „As je soms twiefelt an me woorde, hee hier is me getuge en gien kliene, dot me oto skuun deur de bocht gong." Een dialect-vast Tesselaar hoort hier direkt dat er hier geen Tessels gesproken wordt. De woor den „twiefelt, getuge, kliene en skuun", worden in het huidige dia lect (voor zover daar sprake van is) n.1. net zo uitgesproken als in het Nederlands. Toch kwamen om streeks 1850 deze vormen juist wel voor in ons dialect, tamelijk conse quent veranderden de „ui" en „ij" in „u" en „ie", wanneer anno 1990 hier iemand zegt dat die en die „ie- verig" zijn, dan komt dat wat gefor ceerd over. Tijdens het nazoeken en vergelijken van Tesselse woorden met bijv. het Nederlands Woordenboek blijkt re gelmatig dat zo'n woord daarin niet voorkomt. Echter vaak komt het wel voor dat bijna hetzelfde in het Mid delnederlands Woordenboek ver meld staat. In de beslotenheid van de Tesselse gemeenschap zijn deze oud-Hollandse woorden langer be waard gebleven. Een heel mooi voorbeeld van een woord dat men nu nauwelijks meer in dialect kent, maar nog wel in het Tessels Woordenboek voorkomt is „kuwwes". Dit betekent „tandeloze mond". Nadere bestudering leert ons dat er in het Middelnederlands sprake was vanhet woord „cuwe", hetgeen kinnebak betekende en ver geleken werd met „cuwie" en ook „kieuwen' Ook overeenkomst vertoont het Tes selse woord „Korsnacht" Kerst nacht. Honderden jaren geleden was dit in het Nederlands: Corstnacht. Er wordt weieens meewarig ge luisterd als oudere mensen zeggen: Weer lèègge blik en bezempie ok nag weer? we begrijpen dat hier „stoffer en blik" bedoeld wordt. Meer begrip krijgen we als we lezen dat men vroeger i.p.v. kleerborstel, „clederbesem" zei. Het woord be zem gebruikt voor borstel. Een ander oud woord is „hoorn", hetgeen hoek of bocht betekent. Dit verklaart ook de naam van ons Tes selse dorp Den Hoorn. Ditzelfde woord komen we tegen in de Tessel se benaming van „hoektand", n.1. „horetand". Zo kennen we nog de uitdrukkin gen: Welles en nietes. Zo'n 150 jaar geleden zei men ook: Niet weeres, of niet weer. Nu zeggen we in dia lect en Nederlands: Niet waar. Op vallend is dat we wel zeggen: Weer leit me boekie ok ol weer? Dus hier wordt „waar", „weer". In het Tessels draaien we meestal deze woorden om: leerd hèèwwe hebben geleerd, deen hèèwwe hebben gedaan, anklèèd hèèwwe zijn aangekleed. Twee sèèggies met het voormalige eiland Wieringen erin genoemd: „Mit de pestoor na Wieringe" - ge zegd van iemand die niet terugkeert (Tesselse skeurklender '87) „Ien krent op Tessel, ien krent op Wie ringe" - krentebrood met weinig krenten. Onopvallend zijn de volgende opval lende verschillen in uitspraak: Hotel Tessel uitspraak Hootel (klemtoon op oo) Hotel Thbantia uitspraak Hiban- tia met uitgang tia (tieja) Puzelweggie uitspraak met uu. (Weg nabij Oudeschild, nu Mieland, deze weg bestond uit puzzle-stuk- vormige stenen). De nieuwslezer op de Nederlandse TV sprak op 22 dec. '89 tot twee keer toe over het feit dat er twee Berlijns waren. Hij zou op Texel ge boren kunnen zijn want wij zeggen ook: vullings, rekenings, juffrouws enz.. We kennen op Tessel boven- en on deraardse figuren als de Tientööne, Heintjevaar en de Sommeltjes. In Oosterend kent men ook zgn. „Druupneuze". In een Ouwe Sun- derklaaslied komt de regel voor: 't Feest van de druupneuze, ouwe sun- trom. Het Middelnederlands Woor denboek vermeld achter „indrupinge" - invloed van het bo venaardse... Tot zover een selectie naar aanlei ding van het materiaal van het afge lopen jaar opgetekend in de dialectgroep. G. Jansen Indrupinge 3

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

Uitgave Historische Vereniging Texel | 1990 | | pagina 5